Herinneringen van Jaap van den Boogaard, Lenie Kool-Schönhage, Herman Kramer en Niek Dekker
Aan de Uitweg stond tegenover boerderij ´Zeldenrust´ van Kranstauber (nr. 85) het grote huis van de familie Zwart. Er logeerde een jongetje dat wel eens op boerderij ‘Beeklust’ speelde, waar Jaap van den Boogaard bij zijn familie verbleef (nr. 71). De grootvader van het jongetje woonde ook bij Zwart. Niemand besefte dat het om joden ging. Tot het na de oorlog in de Petruskerk te Sloterdijk van de kansel werd afgelezen.
In Lijnden, aan de Ringvaart tegenover Osdorp, waren verschillende joodse onderduikers. Leny Kool-Schönhage van Lijnderdijk 235 vertelt dat bij een kinderloos echtpaar aan dezelfde dijk, richting Zwanenburg, een joodse onderduiker zat. Dat hoorde ze na de bevrijding. Iets meer in de buurt, bij de familie Roos,was het joodse meisje Bibi ondergedoken. En naast hen, bij de familie Balk (nr. 234), woonde een tijd de heer Sallie Schaap. Hij kon niet binnen blijven en werd ergens anders heen gebracht.
In oud-Sloten woonden sinds de jaren dertig geen joden meer. De laatste was runderslager J. Meijer aan de Sloterweg 1233. Het pand met opschrift ‘Vleeschhouwer’ bestaat nog. Maar vanaf eind 1941, begin 1942 stond er wel een bordje ‘Voor Joden Verboden’ in het Akerbad en hoewel aartsbisschop de Jong dat aan katholieke clubs verboden had, stond er ook een op het voetbalveld van RKSV tegenover de Jozefschool.
In het laatste jaar of de laatste maanden van de oorlog mochten Nico Dekker en zijn broertje Kees (1940) van de Osdorperweg 539 niet bij een kamertje op de bovenverdieping komen. De deur was op slot en de gordijnen waren dicht. De jongens sliepen zelf boven en er lagen ook zolderspullen, waar ze mee speelden. Maar moeder maakte hen bang. Na de bevrijding kwam Niek een keer thuis van school en zag vreemden bezig op het erf, aan de kant van kruidenier Kramer (nr. 537) – die er van wist. Zijn ouders zeiden dat daar iemand was begraven en dat men het lichaam mee kwam nemen. En verder zei moeder op lastige vragen altijd: ‘Ach kind’. Jaren later vond Niek een foto van het graf en vertelde moeder hem eindelijk dat in het kamertje een oudere, zieke joodse vrouw had gelegen. Meneer Schotanus van het Wees- en Armenhuis in Sloten, waar Dekker brood bracht, had het gevraagd. Hij was lid van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Vader Dekker zorgde voor haar als hij tegen 5 uur ’s morgens opstond. Nog in de oorlog overleed de vrouw. Vader had met moeite hout kunnen vinden en van zes plankjes een kist getimmerd.
Hier stond oorspronkelijk een stukje over mevrouw Reina Onck-Vaz Dias. Daarop kwam een reactie van mevrouw Natasha Gerson. Die reactie gaf aanleiding om dit stukje te schrappen. Wilt u meer lezen over mevrouw Onck-Vaz Diaz? Klik dan hier.
Dit is deel 15 van een reeks verhalen over de 2e Wereldoorlog. De verhalen zijn tot stand gekomen vanuit interviews die Pim Ligtvoet - van het Comité 4-5 mei Slotervaart - heeft gehouden met (oud)bewoners van de polders die nu tezamen Nieuw-West vormen.
Link naar rubriek waar alle verhalen 'Oorlog in West' bij elkaar komen te staan.