Herinneringen van Elia Polman-Vlug, Corrie Van den Boogaard-Vlug,Herman Kreike, Leo Barlag en Jaan de Regt-Achterberg
Bertha Kranstauber, boerin van Vredelust op de hoek Haarlemmerweg-Uitweg, liet haar dochter Elia verzetsblaadjes langsbrengen bij bekenden. Ze bewaarde ze in de huiskamer onder de haardplaat, ook toen er in de zomer van 1944 Duitse militairen waren ingekwartierd.
Al vanaf 1942 werden door Engelse vliegtuigen blaadjes uitgestrooid. Veel ouders gooiden snel weg wat hun kinderen opraapten, maar Herman Kreike heeft ze nog: De Vliegende Hollander van Radio Oranje en De Wervelwind. Daarnaast vond hij flyers. Een in het Duits, gericht aan de officieren en manschappen van het Duitse leger in Holland. Een Nederlandse flyer rept van de aanslag door Duitse militairen op Hitler (20 juli 1944): ‘het Duitse leger gelooft er zelf niet meer in’. Herman bewaarde ook een boekje met tips voor ‘de komende bevrijding’. De camouflagetitel luidt: Het leven van Mussert, de leider van de Nederlandse nazi’s.
Eind 1944, begin 1945 vlogen Engelse Spitfires, steeds twee tegelijk, door de Osdorper polders richting Halfweg-Zwanenburg, vertelt Leo Barlag. Daar zaten Duitse troepen, omdat er aan de kust bij IJmuiden een geallieerde invasie werd verwacht. Ook in de Jozefschool, aan de zijkant van de katholieke kerk, zaten soms Duitsers. Leo herinnert zich dat de soldaten een K-bout in de kerkmuur sloegen, op wel 4 meter hoogte, waar een ring in werd geschroefd. Daar maakten ze een kabel aan vast die naar de populieren van het schoolplein liep. Aan de kabel deden ze oefeningen. Jaren later kreeg Leo de kabelring van de koster.
Als de school gevorderd was weken ze uit, soms naar woonwagenkamp De Rolleman, Osdorperweg 705. Het kampschooltje had vier lokalen. Het kamp zelf was toen verlaten. Want vanaf juni 1943 moesten woonwagenbewoners naar verzamelkampen. Sommigen werden bij de razzia van 16 mei 1944 met de Sinti en Roma naar kamp Westerbork gedeporteerd, zoals een tante van Jaan de Regt, Jenny van de Wal-Polen uit Nijmegen. Ze was met een zigeuner getrouwd.
Toen Leo Barlag op een zaterdagmorgen van school kwam moest hij op de Osdorperweg het gras in duiken. Engelse jagers hadden het op een Duitse legerwagen gemunt. Maar de soldaat voorop het spatbord liet de wagen bij de dubbele rij iepen1 vóór de Haarlemmerweg stoppen. De kogels troffen een ‘aapjeskoetsier’ die net op het kruispunt stond. Het paard werd aan flarden geschoten, de koetsier overleefde. De kinderen zagen het paard in zijn bloed liggen, een beeld dat je bij blijft. Ze gingen kogelhulzen langs de aanvliegroute zoeken en daarbij zag Leo dat de paal van het verkeersbord ‘Voorrangsweg’ door een kogel was getroffen. Veel later, toen het langs de weg lag te roesten heeft hij het doorboorde stuk paal eruit gezaagd. Nog later maakte hij er met de kabelring een gedenkteken van.
Dit is deel 16 van een reeks verhalen over de 2e Wereldoorlog. De verhalen zijn tot stand gekomen vanuit interviews die Pim Ligtvoet - van het Comité 4-5 mei Slotervaart - heeft gehouden met (oud)bewoners van de polders die nu tezamen Nieuw-West vormen.
Link naar rubriek waar alle verhalen 'Oorlog in West' bij elkaar komen te staan.