In de vakantie was ik op msn met me nicht aan het praten. Ze vroeg aan me: waneer kom je logeren? Ik zei: ‘Mischien dinsdag.’ ‘Waarom dinsdag?’ vroeg me nicht. ‘Want ik moet dinsdag naar de dokter’, zei ik. ‘oow’, zei me nicht. Het was Dinsdag. Ik ging weer op msn met me nicht praten. Ze vroeg: ‘Busra kom je vandaag logeren?’ Ik ging het eerst aan me moeder vragen. Ze zei: ‘Ik denk morgen.’ Ik zei: ‘Mamma, waarom niet vandaag?’ ‘Want, je broer en vader zijn niet thuis om jou naar Almere te brengen. En je weet dat ik geen rijbewijs heb’, zei me ma. Wat me moeder zei, zei ik tegen me nicht. Toen had me nicht een smiley gestuurd met een zielige gezicht. Ze zei: ‘Oke mischien een andere keer’! De vaantie was voorbij. De laatste dag dacht ik aan: wat jammer dat ik niet bij me nicht kon logeren.
Busra Dogan
6a Slootermeerschool