Ruzie
Op een dag waren twee jongens buiten aan het spelen. Ze waren allebei vrienden. Ze wouden allebei nooit ruzie maken. We speelden vaak met elkaar. En dat vonden wij altijd heel leuk. We zijn allebei aller-allerbeste vrienden. We wouden dat we naast elkaar woonden maar hij woonde heel ver van mijn huis. Als hij naast mij woonde zou ik in zijn huis gaan en met hem buiten spelen. op een dag gingen ze met de klas ergens naar heen. Je kon daar ook spelen en ik ging toen spelen. Toen kwam mijn vriend en zij mag ik spelen ik zei nee want ik moest et spel nog afmaken. En toen ging hij huilen en toen kregen we ruzie.
En toen kreeg ik twee andere beste vrienden en toen kreeg hij ook twee vrienden. Toen gingen wij nooit meer met elkaar spelen. Maar op een gingen we spelen omdat we waren vergeten dat we ruzie hadden maar we vonden dat heel leuk en werden we vrienden en we speelden toen altijd met elkaar.
Mueez, groep 5 schakelklas