Het was een kleine school en ik kan me herinneren dat de klassen samengevoegd waren. Dus de eerste klas samen met de tweede klas en de derde klas samen met de vierde. Volgens mij moest je voor de hogere klassen naar Osdorp. Toen we wat ouder waren gingen we niet meer in het dorp naar school, maar gingen we met de bus naar Amsterdam, naar onze eigen school. Ook was er een speeltuin, die overigens nog steeds bestaat.
Het dorp had ook een huisarts, dokter Faber, die zijn praktijk in een statig huis in het dorp had.
In Sloten werd ook luilak gevierd en ik weet nog goed dat ik samen met een vriendje en soms ook met mijn oudste zus ’s morgens héél vroeg naar bakker Griffioen gingen om luilakbollen te kopen. Dit waren een soort van kleine zoete kadetjes en die waren dan nog warm, dus dat was smullen. De winkel was op dat uur natuurlijk nog gesloten, dus we moesten achterom door de bakkerij, waar de bakker al druk bezig was met het bakken van brood.
Aan het begin van de Sloterweg, bij de Johan Huizingalaan bevond zich Motel Sloten.
Ik ben er nooit in geweest en het bestaat inmiddels ook niet meer, maar ik had toen de indruk dat dit motel van binnen erg luxe was.
Als je de Sloterweg verder door reed richting het dorp zag je aan de linkerkant een duikboot bij Van der. Veldt. Het was een eenpersoons duikboot uit de tweede wereldoorlog.
De Sloterweg toen was niet geasfalteerd, het wegdek bestond dus uit klinkers.
Er reed toen een lijnbus, bus G, vanuit Amsterdam naar Sloten, waar het eindpunt was.
Doordat de weg hier en daar verzakt was, ontstonden er kuilen in het wegdek en ik weet nog goed dat als we met de bus gingen dat we altijd achterin wilden zitten, want als de bus door zo’n kuil reed, vloog je onhoog, waarbij je soms met je hoofd bijna tegen het dak aan kwam. Later werd bus G vervangen door bus 29 en weer later door bus 69. Sloten was ook niet langer het eindpunt, want dit werd verlegd naar Badhoevedorp.