Het werd de verkennersgroep "De Zwervers", geleid door hopman Raman.
Niet zo lang geleden, werd ik via e-mail benaderd of ik . . . en opeens was er een website van oud-leden van deze groep verkenners. Nou ben ik nooit een ster geweest in het onthouden van namen en van de namen die in de e-mail stonden, was er slechts eentje die bij mij een belletje deed rinkelen; dat was Bertus de Vos. Niet zo vreemd, want Bertus zat met mij op de 1e Openluchtschool in de Frederikstraat.
Het leven als verkenner, dat was geen sinecure, je moest een hele hoop en je mocht niet veel, maar dat was dus die beruchte discipline, waar ik niet veel mee had.
Wekelijks was er een bijeenkomst ergens op de Nassaukade op de zolder van een school en daar werden ons de wijze lessen van meneer Baden Powel ingeprent. Je leerde ook knopen leggen en stellages bouwen van houten stokken en stukken touw. Het leggen van knopen en het splitsen van touw, dat heb ik later bij het varen met ons plezierbootje nog wel eens nodig gehad, al het andere is mij ontschoten. Morseseinen, ik kon er helemaal niks mee, spoorzoeken, het boeide me voor geen meter en zelfs hopman Raman was soms de wanhoop nabij.
Wat ik me nog wel herinner, dat we een kampeertocht gemaakt hebben op de fiets. Ergens in de buurt van Leusden was het kamp en wij werden geacht daar op de fiets heen te gaan. Nu moet ik zeggen, dat mij kwaliteiten beslist niet lagen op het sportieve vlak en fietsen was zeker geen favoriete bezigheid, maar ik ging mee want ik was per slot een verkenner.
Bij mijn weten was dit ook het sluitstuk van mijn verkenner zijn en hopman Raman verleende mij voor de rest van mijn leven dispensatie tot mijn niet geringe vreugde.
Op de heenweg kreeg ik een lekke band en één van de patrouilleleiders (PL) moest bij mij achterblijven. Met geruime achterstand kwamen wij aan op het kamp en zelfs zo laat, dat er al gegeten was en iedereen op het punt stond naar bed te gaan want het was de volgende ochtend weer vroeg dag. Als maaltijdvervanger kreeg ik een dubbele boterham met pindakaas en chocoladehagel.
Die boterham was dermate dik, ik kon er slechts met grote moeite een hap van nemen, maar hij smaakte als nooit te voren en dat is me nou wel weer bijgebleven.
Hoewel ik met enige scepsis kijk naar het fenomeen 'padvinderi'", heb ik niet echt nare herinneringen aan die tijd. Goed ik was niet zo van discipline, ik miste de lichamelijke vaardigheden om in touwen te klimmen en had het uithoudingsvermogen van een nat washandje en dus totaal ongeschikt, maar ik denk er toch met enig plezier aan terug.
Gepubliceerd: 19 december 2012