Buren (vervolg)
Peter vertelt over de verslaafde bovenbuurman die onlangs door de brandweer naar buiten werd getakeld. "Hij had net zo'n kleur als toen m'n moeder overleed. Ik denk: die gaat dood. Vanaf de eerste dag alleen maar gezeik gehad met hem. Ik loop een keer de douche in en ik denk: wat een raar kleurtje heb het licht, hoe kan dat nou? Dus ik haal die bol van de lamp af. Pis. Gotver. Hij had zeven katten en gooide de kattenkorrels in de WC. Dat ging natuurlijk verstoppen, dus gebruikte hij de douche. Het liep door de kieren heen naar beneden. Er zijn twee mensen in witten pakken drie dagen bezig geweest, het stront zat zo hoog tegen de muur uitgesmeerd." Hij maakt een gebaar tot ver boven zijn hoofd.
Kolen en nasi
Zijn huis was in de jaren '80 nog voorzien van een platbuiskachel op kolen. "Je kreeg altijd stof en roet van kolenkachels, maar ik vond het wel gezellig. Het probleem was dat hier geen kolenboer meer was, ik moest kooltjes halen met m'n brommertje in Oostzaan. Dan nam ik vijf zakkies van vijf kilo mee. Ik heb het elektrisch licht ook nooit aan. Ik heb vier olielampen en tien waxinelichthouders. Ik vind het veel gezelliger. Ik heb, schrik niet, 2000 waxinelichtjes per jaar nodig." Hij laat een bulderende lach horen.
Inmiddels woont Peter meer dan 30 jaar in hetzelfde straatje. "Toen ik hier kwam wonen, woonden de mensies al 40, 50 jaar hier. Vroeger ging je niet zo gauw weg, hè? Als je eenmaal ergens zat en het beviel dan bleef je zitten. Zo'n ouder vrouwtje zegt op een gegeven moment tegen me: buurman mag ik eens komen kijken bij u? Ja natuurlijk, komt u maar. Dus ze kwam kijken, zodoende kwam ik in gesprek. Ik zei: als u wat boodschapjes nodig heeft zeg het maar. En van het een kwam het ander. Als ik erwtensoep kookte 's winters, dan dus niet vijf maar tien liter. En je gaf die een pannetje, en dan dat vrouwtje ernaast, en die had ook vriendinnen. Je ziet het nu, nasi. Ik maak een bakkie of tien en geef er zes weg, hou ik vier voor m'n eigen. En ik maak het natuurlijk op de Indische manier met allerlei andere kruiden. Ze vinden het lekker. En dan denk ik de volgende keer: wat maakt het uit of ik er nou één kip in gooi of twee?"
Klik hier voor deel 1 van 'Koken als in de marine'