Fragmenten uit de bouw, deel 4

Auteur: Jan Wiebenga
Oud-West

Het blote riool kijkt mij aan met zijn ranzige grijzige film van uitwerpselen. De neiging om te kotsen kan ik nog net onderdrukken. Maar het ergste moet nog komen.

Dat ergste is het verwijderen van het verrotte vloergedeelte. Ik doe het met de blote handen. Voor zulke klusjes moet je je gevoel gebruiken en niet je hersens. Ik zaag een gedeelte in langs een hopelijk niet verrotte balk onder de vloer. Zaak is, om ook niet een waterleiding door te zagen! Deze kan door de balk lopen, dus eerst even gekeken met een looplamp door een gat in de vloer. De vloerdelen zijn soppig van de zeik of het zeikwater. Mijn kotsneigingen zijn nog niet geheel verdwenen. Uiteindelijk heb ik in het toilet een mooi groot gat in de vloer gemaakt met tamelijk gezonde delen aan de zijkanten. Met een stoffer maak ik alles netjes schoon en zorg dat het wrakhout een flink eind uit de buurt gedumpt is.

Langs de balken spijker of schroef ik een gezonde ‘twee en drie’ (Engelse duimen). Een geschaafde ‘twee en drie’ is vierenhalf bij zeven centimeter, dus lekker fors. Dat moet ook, want de nieuwe vloer komt daarop te rusten. Tevens maak ik twee 'twee en drieën' aan beide zijden van de rioolaansluiting zodat de pot ook op een stevig gedeelte staat. Dan maak ik de vloer, netjes en pas, met nieuwe delen weer dicht. De toiletpot voorzien van een nieuwe rubber rioolsok op zijn plaats gezet en vastgeschroefd met nagelnieuwe schroeven. De stortbak aangesloten op de achterkant van de strontpot en klaar is kees. Ik trek aan de ketting van het waterreservoir en hij loopt weer als een zonnetje. Ook de klant slaakt een zucht van verlichting en vraagt of hij eindelijk van het toilet gebruik kan maken. Ik geef mijn toestemming en mompel iets van goed richten!


Dit is deel 4 van een hele reeks verhalen over de bouw. Lees hier de andere delen.

Alle rechten voorbehouden

451 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe