In de Staatsliedenbuurt kennen ze hem als Pieter Spiekerman. Zo heet hij niet, hij heet Pieter de Haan, maar in 1993 nam deze De Haan de fotozaak van Theo Spiekerman in de Tweede Nassaustraat over, vandaar.
Op 1 oktober doet hij voor de laatste keer de deur achter zich dicht. Had hij nog drie maanden gewacht, dan had de fotozaak op deze plek z'n honderdjarig jubileum kunnen vieren. Maar ja, de eigenaar van het pand wilde de huur zo ongeveer verdubbelen en zoveel geld kan De Haan met zijn bescheiden winkel niet opbrengen.
J. van de Berg begon hier in 1911. En hij was het die de daglichtstudio heeft aangelegd die er nog steeds is. Zo'n studio werd gebruikt voor de doorbraak van het elektrisch licht, dat fotografeert een stuk makkelijker, dus veel glas.
Dat glas is al jaren geleden afgedekt met hardboard en dergelijke, maar het is er nog wel. Lang zal Van den Berg het daglicht niet nodig hebben gehad, voor 1920 moet zijn winkel al op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Wat er ook nog steeds is: een prachtig achtergronddoek met aan de ene kant een landschap en aan de andere kant een wintervoorstelling. Vaag, en dat komt niet door de tand des tijds: die sfeer deed het goed bij portret- en groepsfoto's.
Nog meer resterend antiek van voor de Tweede Wereldoorlog: een apparaat om contactafdrukken te maken en een ander waarmee foto's op een kartonnen ondergrond kunnen worden geplakt.
De Haan (1947) begon hier na een loopbaan als beroepsfotograaf. Hij wilde een beetje rust, een workaholic is hij niet, hij geeft het grif toe. En inmiddels zijn zijn hoofd en hart vooral bij zijn huisje bij Nancy en bij de retroband waar hij in speelt.
Het ging trouwens best, die eerste jaren. "Voor de renovatie waren hier vooral halve woningen en dat betekende veel studenten en veel verhuizingen. En dat betekent weer: veel pasfoto's. En die mensen fotografeerden ook vaak, ze kwamen allerlei spullen bij me halen."
Nu zijn de woningen groter: waar vroeger vier of zes volwassenen woonden, wonen er nu nog maar twee.
En er zijn vrij veel buitenlanders komen wonen. Daar heeft De Haan niets tegen. "Maar islamieten fotograferen niet." En daar heeft hij wel veel tegen.
"Met die pasfoto's was het zo: je nam er eentje een beetje schuin, twinkeltje in het haar, lachen, en dan wou de klant nog wel eens een vergrotinkje. En dan verkocht je 's ochtends een vergrotinkje met een omalijstje erbij en 's middags als het meezat weer een vergrotinkje met een omalijstje erbij. Maar met de huidige eisen aan die pasfoto's denkt niemand toch meer aan een vergrotinkje? Dat ziet er niet uit."
Het was gezellig in zijn winkel, vooral voor de digitalisering toesloeg. "Mensen kwamen hier om hun vakantiefoto's te laten ontwikkelen. Nou, dan hoorde ik alle vakantieverhalen, van dag tot dag. Nu komen ze op z'n hoogst vooraf voor een memorykaartje of een oplader. En dan hoor ik alleen nog maar van de vakantieplannen."
De Haan gaat z'n buurt missen. "Het is hier een dorp, veel ontspannender dan de rest van de stad. De Nederlanders hier zijn op de buitenlanders gaan lijken en andersom, dat is prettig."
En nu?
De Haan gaat veel op zijn gitaar tokkelen bij Nancy. En de winkel? De daglichtstudio staat niet op een monumentenlijst. En die apparaten en het prachtdoek komen volgende week op de vuilnishoop terecht.
Tenzij iemand nog ingrijpt.
Dit artikel verscheen in 2010 in Het Parool.