De winkels in de straat
Snoep en patat
We woonden in het winkel-gedeelte vlak bij het Van Limburg Stirumplein. Als jochie kreeg je één of twee cent en dan kon je bij ome Jaap snoep kopen. Ome jaap, de snoepwinkel was een begrip in de buurt. De snoep zag je door een glazen raam, alles lag in vakjes, schuin naar boven geplaatst., zodat de kleintjes ook konden zien wat er te koop was. Vooral de gelukstoffees waren in trek, dat waren caramel blokjes en als je er een papiertje eromheen aantrof met geluk er op, dan kreeg je een pak koek of doos chocola. Zijn standaardzinnetje als je voor het raam stond was "wat wou je hebben!" Buiten hing een rode snoepautomaat waar je na inworp van een dubbeltje aan een knop moest draaien.
Later kon je er ook patat en kroketten kopen, die je dan binnen aan een tafeltje kon opeten. Mijn broer (wat ik thuis wel eens hoorde vertellen) heeft eens tijdens het fietsen leren, binnen in de zaak, alle tafeltjes en stoeltjes omver gereden.
Ik zelf knalde tijdens het fietsen leren eens tegen een zijruit van Ttjomsma, op het Van Limburgstirumplein. Het kozijn was zeker vijf centimeter naar binnen gedrukt. Het was gelukkig op een zondagavond, anders waren de rapen thuis goed gaar geweest.
Bakker Juriens
Aan de overzijde van Soeting had je bakker Juriens, waar ik brood moest halen, dat waren altijd dubbel doorgebakken broden en de korst lekker zwart. Ik heb vaak mogen kijken hoe ze die broden in enorme grote stenen ovens achterin de winkel er uithaalden, het is ondenkbaar dat de bakkers van nu op deze manier te werk zouden gaan, maar het brood was heerlijk.
Jamin en kolen
Bij Jamin kon je zomers heerlijke ijsjes voor 10 cent kopen. Een stick met chocolade kostte 15 cent en voor een paar centen kreeg je een rode wijnbal. Naast Jamin zat de kolenman waar je zakjes eierenkolen of viertjes antraciet kolen in een emmer moest ophalen. Later werd het verpakt in zakjes, ik weet nog dat het een hele smerige zwarte ruimte was waar de kolen los lagen opgeslagen. Ook kon je een een paar mud bestellen in jutte zakken, die werden dan naar zolder gehesen met een lang touw en blok.
Kapper Joop
In de Van der Hoopstraat had je ook nog Joop de kapper, het was er erg gezellig, vooral op zaterdagmiddag zat het stampvol. In de zaak had hij vogels en apen, en hij vertelde moppen als geen ander. Op het einde van de jaren 60 ben ik eens teruggeweest, maar er was nog niets veranderd, voor f 2,10 was je geknipt. Iedereen die ome Joop kende, en ergens anders heen was verhuisd, kwam nog steeds in zijn zaak terug, zelfs een buurjongen die naar Bussum was verhuisd, was nog steeds zijn vaste klant.
Er volgen nog veel meer delen.
Lees hier deel 1 en alle andere verhalen van Peter van Zwam.