Na ruim vier decennia in hun drogisterij kijkt het echtpaar Bettie en Karlo Schrijver niet meer op van vreemde klantenverzoeken. Mensen moeten in een drogist zonder gêne vertrouwelijkheden kunnen delen. Toen een Chinese vrouw -die nauwelijks Nederlands sprak- iets wilde hebben dat ze omschreef als: “man lachen, vrouw lachen, hihihi” begrepen ze pas na enig nadenken dat de vrouw condooms bedoelde. Ze kunnen er dertig jaar later nog smakelijk om lachen.
Hun hele leven hebben Bettie en Karlo in elkaars nabijheid geleefd, zij het dat ze de eerste jaren niet van elkaars bestaan op de hoogte waren. Van jongs af aan woonden ze bij elkaar in de buurt (aan weerszijden van de Haarlemmerstraat). Later, toen ze tieners waren, leerden ze elkaar kennen op een culturele club aan de Theophile de Bockstraat. Het klikte, ze trouwden in 1967 en, omdat ze beiden uit een ondernemersfamilie afkomstig zijn, begonnen ze samen een winkel. Een drogisterij welteverstaan, want Bettie had de -destijds zeer zware- opleiding tot drogist genoten. Bovendien, Betties grootvader had al een drogisterij. De huwelijksreis voerde naar Loosdrecht waar het jonge paar enkele dagen in een caravan logeerde. Daarna, met geen cent te makken en volop in de schulden, namen ze drogisterij Molensloot in de van Speijkstraat over. Drogisterij Karlo Schrijver was geboren.
Het leven van een drogist zag er eind jaren zestig anders uit dan tegenwoordig. De concurrentie was minder sterk. Verkoop van drogisterijartikelen vanuit de supermarkt bestond nog niet. Een drogisterij in de nabijheid kreeg geen vergunning, die mocht alleen op een bepaalde afstand van een bestaande drogisterij worden geopend. Artikelen hadden een, door de overheid bepaalde, vaste prijs en daaronder mocht niet verkocht worden. Veel producten werden los verkocht en per bestelling in zakjes gedaan met het label van drogisterij Karlo Schrijver erop. De Winkelsluitingswet zorgde voor vaste winkeltijden en bepaalde dat drogisterijen op dinsdagmiddag verplicht gesloten waren. Karlo Schrijver houdt zich er nog steeds aan.
In 1975 hebben ze hun winkel verhuisd. Toen een Albert Heijn in een hoekpand aan de Admiraal de Ruijterweg wegging roken Bettie en Karlo hun kans om op een meer prominente plek te huren. Ze zijn in het pand aan de Admiraal de Ruijterweg getrokken en zitten er tot op de dag van vandaag.
Bettie en Karlo hebben de buurt ingrijpend zien veranderen. Destijds was het een wat chique, vergrijsde en verouderde wijk. Mensen kochten hun waren in de buurt. De beste banketbakker van de stad was op een steenworp afstand gevestigd, de beste slager even verderop. Alles kon je in de buurt krijgen. Er was een bloeiende winkeliersvereniging. Na de vergrijzing vestigden zich echter weinig nieuwe jonge mensen in de buurt. De buurt veranderde in de jaren tachtig van de vorige eeuw in een allochtone buurt, wat gevolgen had voor hun klandizie. Turkse en Marokkaanse mensen kochten destijds nauwelijks bij een drogist en via de dokter werden veel drogisterijwaren gratis op recept verstrekt. Eén voor één sloten nabije buurtwinkels en daarmee is ook de loop van klanten voor drogisterij Karlo Schrijver veranderd. De hoeveelheid klanten die ze nu in een week krijgen, kregen ze vroeger in een dag. Hun dagen komen ze echter wel door want veel vaste klanten nemen de tijd voor een praatje. Klanten vinden het gezellig in de winkel. Kinderen komen graag mee want ze mogen altijd een dropje uitkiezen uit hun zeer grote verzameling potten met drop. En inmiddels hebben ook veel allochtone bewoners de weg naar Karlo Schrijver gevonden.
Bettie is niet van plan te stoppen met werken. Ze denken erover de drogisterij over een tijd te gaan sluiten, ze zijn immers bijna vijfenzestig jaar. Maar niks doen? In geen geval. Bettie zal vast en zeker iets anders beginnen. Het ondernemersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Haar schoonzoon had het over het openen van een horecazaak. Bettie ziet het al helemaal voor zich daar aan de slag te gaan. Achter de geraniums zitten? Dat is niets voor Bettie!