“Met de Noorderzon vertrokken” noemt mevrouw De Lange deze vlucht voor de schuldeisende leveranciers en de borgstaande familie. Vanaf dat moment moest haar vader twee keer dag stempelen om 11 gulden steun per week te kunnen krijgen, waarvan 7 gulden direct opging aan de te hoge huur.
Van de gemeente kregen ze – na aanvraag – zwarte schoenen met een gaatje in de hiel, bruine kousen met rode punten aan voet en onderbroeken met een groot stempel erop. Dat was om doorverkoop van de gekregen spullen te verhinderen. Maar iedereen kon bij de gymnastiek zien dat mevrouw De lange ‘steunkleding’ droeg.
Toch was er ook wel gelegenheid om te ontspannen. Zoals samen met vader, moeder, oom, tante, neefje en nichtje op de fiets naar Muiderberg. En daar onder een tent van lakens die over de fietsen waren gespannen op het strand liggen en pootje baden in het ondiepe IJsselmeer.
Mevrouw De Lange heeft ondanks alles leuke herinneringen aan het kruidenierswinkeltje aan het Iepenplein. Zo werd alles afgewogen en verpakt in bruine papieren zakken. De Valencia pinda’s werden op vrijdag nog warm, dus vers gebrand, gebracht in een jute zak. Deze luxe pinda’s in dop waren veel langer dan tegenwoordig, met vaak wel vier pinda’s in een dop. Ook heel goed liepen de ‘gemberbolen’, een soort luxe gebak. En van de meeste producten hadden ze twee soorten: gewoon goedkoop en luxe, dus duurder. Maar buiten het zicht van de klanten kwamen beide soorten uit dezelfde zak of doos. Op de toonbank stond een schaal slagroomtruffels en toen haar vader een keer opmerkte dat de verkoop wel erg hard ging, bleken de ratten zich te goed gedaan te hebben aan deze lekkernij. Later – toen iedereen door de crisis minder te besteden had werd een pond suiker – gekocht bij De Gruyter – in zakjes van een ons overgeheveld en zo verkocht. Juist door die economische crisis ging het steeds slechter met het winkeltje want een groot deel van de clientèle bestond uit Joodse diamantslijpers die werkeloos raakten.
Soms mocht ze mee met een rijkere klant, mevrouw Wittenberg, die dan zei: “Mag Maggie even mee?” en dan kreeg Marijke bij haar thuis lekkere kippensoep. Meestal speelde mevrouw De Lange in Oost op straat want haar ouders hadden het te druk met de winkel en als enig kind was er verder niemand thuis om mee te spelen. Maar na hun overhaaste verhuizing naar West was die druk eraf.
Binnenkort verschijnt ook deel 2 van dit verhaal.
Gepubliceerd: 11 februari 2007