Om een goed beeld te vormen van wat er volgens hem gaande is in de Westelijke Tuinsteden, haalt Teun van Dijk een paar voorbeelden aan. "Er liepen vroeger kuifleeuweriken over de straten, nu staan ze op de rode lijst en dreigen binnen enkele jaren als broedvogels uit Nederland te verdwijnen. Drukte en aanwezigheid van mensen beinvloedt de populatie negatief, omdat ze daardoor niet meer tot broeden overgaan. Ze gedijen het best op braakliggend terrein. Door de bouwvoorschriften is notabene ook de mus in aantal gehalveerd. Ook zij staan op de rode lijst. Mussen konden vroeger onder dakpannen nestelen. Ze houden van een rommelige omgeving voor voedsel en om zich schuil te kunnen houden vinden ze brede hagen erg prettig. Mensen zetten tegenwoordig echter een scherm om hun tuin heen. Dat zou ook anders kunnen". Ook de leefomgeving van de mens zelf heeft baat bij ecologisch denken. Uiteindelijk gaat het om dit inzicht."
De boodschap van Teun luidt : "Mensen gaan meestal iets waarderen als het er niet meer is".
In het buitenland wordt de architectuur van de Westelijke Tuinsteden wel gewaardeerd. Hele busladingen komen naar de Westelijke Tuinsteden om Van Eesteren's structuur te bekijken. "We moeten ons sterk maken voor een museum, van zijn plan tot de realisatie, en zorgen voor een beschermd 'Van Eesteren-gebied'. We hebben het hier over historie en historische gebouwen- en gebieden. Daar moeten we niet achteloos mee om (laten) gaan. Dit geldt ook voor de Osdorper Binnen Polder. Dit huidige natuurgebied waar een aantal soorten (rode lijst-) vogels - waaronder de huismus die hier een kolonie heeft gevormd - hun toevlucht heeft genomen, wordt bedreigd door moderne ingrepen. Zoals door een 4-baans snelweg van 9 tot 11 meter hoog die dwars door onze laatste historische polder gepland staat. De Westrandweg (Hoezo geen bedreigde diersoorten op het tracé? En die mussen dan?) wordt gepresenteerd als een oplossing voor een aantal problemen. In feite zullen die problemen na verloop van een aantal jaren zich gaan herhalen. De ruimte in het wegverkeer zal nieuwe weggebruikers aantrekken, maar op den duur overtreft het aanbod weer de capaciteit van het wegenstelsel. Wie bedenkt zoiets en hoe houden we dat tegen. Het landelijk gebied zou als monument gezien moeten worden". Teun zet zijn pet op en stapt op de fiets. "Als mensen in de buurt van hun werk gaan wonen heb dan je geen auto nodig. En voor langere afstanden bestaat er openbaar vervoer. File-probleem opgelost. Punt."
Gepubliceerd: 27 juli 2007