Mijn verhaal speelt zich zo’n 23 jaar geleden af, lang voordat de term “probleembuurt” in zwang raakte. Amsterdam Nieuw West was toen nog een van de rustigste buurten van Amsterdam en juist daarom was het vaak een verademing om na bijvoorbeeld een bezoek aan de binnenstad de brug over het Rembrandtpark weer over te steken en dan die brede Postjesweg voor je te zien liggen. En dat bedoel ik letterlijk. De plannen voor het politiebureau en de moskee, die later naast de flat waarin wij woonden, gebouwd zouden worden, bestonden waarschijnlijk nog niet eens.
In feite was de buurt zo rustig dat toen er een klein brandje uitbrak in een box onder het gedeelte van de flat waarin wij woonden, de buurt zo’n beetje uitliep. Of eigenlijk de flat, want dat is een flat immers ook, een buurt binnen een buurt. Ik kan mij de sfeer nog goed herinneren. Misschien wel juist omdat er zo weinig gebeurde in die tijd, waren al die sirenes en lichten iets bijzonders.
De kinderen moesten in hun kraag worden gegrepen omdat ze de brandweer in de weg liepen, er werd tussen de flatbewoners heel wat afgepraat.
Als dat brandje op zich zelf had gestaan, had ik waarschijnlijk een ander onderwerp voor dit stukje moeten bedenken. Maar op dit brandje volgde een tweede. Precies een week na de eerste.
Dit keer ging het om een box die recht onder onze woning lag en er kwam dan ook rook langs de verwarmingsbuizen omhoog onze flat binnen. Wederom waarschuwden wij de brandweer en opnieuw liep de hele flat uit. Ik geloof dat het pas na het derde brandje was, zo’n twee weken later, dat we het allemaal wat serieuzer begonnen te nemen. Niet alleen was de lol eraf, de branden werden heviger. Dit keer waren het twee hele boxen die in rook opgingen.
Aangezien alleen flatbewoners toegang hadden tot de boxen, werd er veel gediscussieerd (zeg maar gerust geroddeld), niemand had ook maar een flauw vermoeden wie er verantwoordelijk was voor de branden en waarom.
Na nog twee brandjes in twee weken was de lol er echt af en werd de sfeer steeds grimmiger. Er werd gesproken over het ketelhuis, dat niet zo ver van de laatste box, die in vlammen was opgegaan, lag en wat zou er gebeuren als…
En natuurlijk staken ook de eerste geruchten de kop op. Er zou een man op de vierde etage wonen die er misschien wel iets… Dat soort zinnen eindigden dan natuurlijk zonder punt want niemand wilde iemand vals beschuldigen. Bewijs was er immers niet. De politie had inmiddels een aantal folders verspreid, maar waardevolle tips leken zij ook niet te ontvangen. Een paar weken gingen voorbij zonder dat er iets gebeurde en op een bizarre manier voelde ook dat vreemd. De hele flat hield de adem in. Was het voorbij?
Vier weken passeerden de revue zonder incidenten, tot de inmiddels vertrouwde sirenes weer voor de deur klonken. Nu waren het veel meer boxen en de schade was behoorlijk groot.
Men begon elkaar te verdenken en in de gaten te houden want vlak naast de flat lag een benzinestation en wie weet wat er allemaal kon gebeuren als er een “gek” rondliep?
En hier eindigt dit verhaaltje even abrupt als het is begonnen, zonder plot. De zesde brand bleek ook de laatste brand te zijn. Volgens sommige mensen was de dader een alcoholverslaafde en inderdaad woonde er toen een man in de flat met een twijfelachtige reputatie die kort na de branden plotseling “verhuisde”. Anderen zeiden dat hij even goed een onschuldige zonderling kon zijn geweest. Aangezien de politie nooit langs de deur komt als een zaak is opgelost, bleef de werkelijke toedracht ons onbekend.
En zo bleven er nog lange tijd verhalen de ronde doen tot ze uiteindelijk deel gingen uitmaken van de folklore van een flat. Een flat in Amsterdam Nieuw West. Een buurt binnen een buurt.
Gepubliceerd: 10 februari 2008
Lees ook de andere verhalen in de rubriek Senioren bouwen aan digitaal geheugen.
Dit is een verhaal geschreven tijdens de cursus 'Senioren Amsterdam-West bouwen aan digitaal geheugen', een samenwerkingsproject van Eigenwijks, Computerwijk en het Geheugen van West. Mogelijk gemaakt door het Oranjefonds (subsidie) en Movisie (ondersteuning).