“Ga je in die woestijn wonen?”
Ja, ze mist haar buren. Maar de beslissing om naar een gebouw met lift en in de nabijheid van zorg te wonen vindt ze nog steeds een verstandige. Annie en Dik, haar vroegere buren, kregen bloemen van de wethouder toen ze hun vijftig woonjaren in de Van Gilsestraat vierden. Lachend: “Annie plaagt me er nog mee dat ik dat bloemetje net mis ben gelopen. Had je maar niet weg moeten gaan, zegt ze dan.” Af en toe gaat ze nog langs, telefonisch is er regelmatig contact. Ze delen een verleden van jonge gezinnen die pionierden in het verre westen, waar zand en wind de boventoon voerden, begin jaren vijftig. “Ga je in die woestijn wonen?” zei mijn schoonmoeder.
Close
Lange tijd woonden Corrie en Wim Südfeldt, die elkaar in de oorlog op zangkoor Jong Leven leerden kennen, bij haar schoonouders in Noord in. De verhuizing naar het veel duurdere westen werd met argusogen bekeken. De huur was bijna vijf keer duurder. Maar de ruimte die ze ervoor terugkregen was voor die tijd enorm. “We hebben heerlijk bij mijn schoonouders boven gewoond, hoor. Maar in Slotermeer kregen we twee slaapkamers, een douche en een tuin voor en achter.” En buren. Heel veel buren, veelal ook met jonge kinderen. De immense zandbak voor de deur was een paradijs voor de jongens en meisjes. “We zaten vaak op straat met z'n allen. En als er wat was, kon je op elkaar rekenen. We kwamen niet dagelijks bij elkaar op visite, maar we waren wel close. Als je ver weg naar de dokter moest, kon er altijd wel iemand met je mee. En de schoorsteen werd door Wim met buurman Dik samen schoongemaakt.”
Hebikniet
Ze zagen de winkels gebouwd en ingericht worden. De Gruijter, de ijzerwarenwinkel (in de volksmond Hebikniet genoemd omdat ie vaak niet had wat je wilde), Veldhuizen voor de knoopjes en bandjes, boekwinkel Nijman of Nijhof, de drie zusjes ernaast met hun snoep en ijs en snacks. “Daar kochten we 's avonds wel eens kroketten. Die aten we dan buiten met de buren op het muurtje zittend op, terwijl Wim accordeon speelde.” Saai vond ze het niet in het stille, verre Slotermeer. “Hier konden de kinderen lekker spelen. Touwtje springen voor de deur, inspin, knikkeren, tollen. Er waren nog geen auto's.” Saai vonden de kinderen wel de zondagse wandeling. Langs de etalages lopen. “Echt mooie winkels had je toen. Nu zie je veel uitstallingen van groentezaken.”
Huiswerk
Om bij te verdienen, sealden veel vrouwen pakjes shag. Dit zogenoemde huiswerk werd uitgedeeld door mevrouw Mol vanuit groothandel Proost en Brandt. “Dan moesten ze het blauwe etiket er in steken en het zakje dichtmaken, sealen dus.” Corry, coupeuse van beroep, naaide en werkte bij de Hema en later op de papierafdeling bij Vroom en Dreesmann aan de Bos en Lommerweg. Al woont ze nu nabij het Bos en Lommerplein, de markt op Plein '40-'45 blijft haar markt, al mist ze haar aardappelmannetje Ad Kroon daar sinds hij met pensioen is gegaan. “Ik ga hier in Bos en Lommer alleen naar de fruitkraam, maar dat is dan ook de broer van die in Slotermeer.”
Menu
Het was een goede beslissing te verhuizen. “Wim is net voordat ie AOW kreeg overleden en ik word er niet jonger op. Mijn buren van één hoog zaten al in De Boeg en toen ik bij hen op visite kwam, dacht ik: toch wel een mooi huis voor als je ouder wordt. Ik heb het altijd in mijn achterhoofd gehouden. Toen ik me aanmeldde, had ik al gauw deze woning. Vroeger zag je vanaf hier de Westertoren. Dat is wel jammer, dat die nieuwbouw er nu staat. Ik vind het niet mooi. Iedereen hier klaagt er over. Ach, het is een kwestie van smaak. Mijn kinderen zeggen dat het modern is. En ja, mensen moeten wonen, hè.” Ze woont fijn. “Je zit hier toch op je zelf en beneden kun je eten voor zes euro dertig. Eerst deed ik dat nooit, nu zit ik al op twee keer per week en dat zal nog wel meer worden.” Lachend: “Ik kijk altijd eerst het menu uit de boom!” Ook aan de Hoofdweg heeft ze burencontact gevonden. “Af en toe drinken we hier wat samen op de gang.” Maar zoals vroeger – met de familie Tousijn, Tax, Schermer, Boot, Boendermaker, Bekker en Oelbers – is het niet meer. “Je moet er zelf wat van maken op je ouwe dag. Als je chagrijnig doet, ben je verloren.”