Mijn oudste broer kreeg een keer een blauwe parkiet van twee klasgenoten van Het Pius-X lyceum en de parkiet heette Bompo. Wij vonden het in het begin allemaal geweldig maar al na korte tijd vonden we er niets meer aan. Bompo kwijnde langzamerhand weg en al wat we deden om het beestje op te vrolijken mocht niet baten. Bompo overleed na een paar eenzame jaren en wij dachten dat dat meteen einde parkieten in ons gezin was.
Maar nee hoor, mijn oudste broer kocht twee gele parkieten in een grote kooi en zij werden Lex en Roos genoemd. Mijn moeder kon dus weer aan de slag om de rotzooi van de knoeipotparkieten op te ruimen. Mijn moeder verzuchtte dat ze het toch wel veel werk vond en daar werd een oplossing voor gevonden. Voor haar verjaardag kreeg mijn moeder een kruimeldief. Lex overleed na een paar jaar maar Roos heeft het nog tien jaar volgehouden. Ik woonde niet meer thuis en kwam op visite. Ik kwam de huiskamer in en daar zat mijn vader een boek te lezen met een parkiet op zijn hoofd. Ik schrok me wild en deed gauw de deur dicht. Ik dorst niet meer naar binnen en de parkiet moest weer in de kooi. Het was een verschrikkelijke herrie als we met z'n allen thuis waren want wij hadden allemaal het nodige te vertellen maar de parkiet krijste overal bovenuit. Kun je nagaan wat een strot dat beest had!
Na het parkietentijdperk is er bij de familie Warmerdam geen huisdier meer waargenomen.
Gepubliceerd: 21 april 2009