Kermis na de oorlog
De bevrijdingsfeesten zorgden voor een uitbundige stemming onder de Amsterdammers. Menig stel kreeg rond die tijd verkering. Toen Gerrit van den Boogaard de kermis op het braakliggend terrein aan de Jan van Galenstraat op liep, riep hij tegen zijn vrienden: ‘Kom op, ieder een arm aan een meisje!’ Een van hen was de zestienjarige Rie, met wie de vijf jaar oudere Gerrit arm in arm over de Admiraal de Ruijterweg zwierf. “We hadden maanden spertijd achter de rug. We waren zo vrolijk en blij.” En dus trouwden zij enkele jaren later - de familiegeschiedenis is hen veel waard - in de voetsporen van hun voorouders, in de Petruskerk op Sloterdijk. Het was 1735 dat de eerste Van den Boogaards daar trouwden. Tien jaar geleden gaven Rie en Gerrit er de receptie voor hun gouden huwelijk.
Piet met die koe
Boerenkinderen zijn ze. Zij geboren aan de Groeneweg in wat tegenwoordig tuinstad Slotermeer is. Hij in de Vinkenstraat, met ouderlijke roots vanaf 1803 aan de Uitweg in hetzelfde landelijke gebied van wat het huidige Nieuw West ooit was. Het boek Ruim Zicht, dat Marja van der Veldt schreef over de boerderijen en hun boeren die er ooit huisden, koesteren ze. “Dit is pure nostalgie.” De Anna’s hoeve op pagina 59 werd gebouwd toen haar grootouders trouwden. Op die pagina ook een familieportret uit 1903 met helemaal rechts Gijsbert jr, haar vader. Bladzijde 51 toont zijn grootouders Aaltje en Jacob. Op boerderij Geuzenveld woonde haar tante en zij later ook enige tijd. “Van daaruit zijn we getrouwd.” In het boek ook Lies van der Blom, die zich fel tegen de vernieuwingen verzette. “Oh, als Lies kwaad was, borg je dan maar!” Op pagina 65 naast Lies de beruchte boer Piet de Jong, hun buurman, die ook weigerde te vertrekken en enkele van zijn dieren nadat de stallen en schuren waren afgebroken in zijn keuken hield. “Ach ja, Piet met die koe, oh, oh, oh.” Hij stierf na de gedwongen verhuizing, van heimwee, zo gaat het verhaal.
Volgebouwd
Die heimwee, dat gevoel kennen ze. “Slotermeer was vroeger mooier,” zegt ze. “Al dat land met die boerderijen en koeien. Zo prachtig. Als mijn ouders dit zouden zien! Alles afgebroken en volgebouwd.” Toch woont ze er (weer) met veel plezier; nu in een rijtjeshuis met een van de mooiste uitzichten op het Sloterpark. Hij: “Ze woont zowat op de plek waar haar geboortehuis heeft gestaan! De voormalige Uitweg loopt door onze tuin.” Ook hij heeft hier een geschiedenis. Na de Vinkenstraat, Zunderdorp en Badhoevedorp verhuisde hij vanwege de bombardementen naar het landelijk gebied, naar zijn tantes aan de Uitweg. Later naast boerderij Ruimzicht, waar hij bij Verbeek, de boer aldaar, kwam te werken. Uitgaan, de kerk, de school (de Julianaschool aan het begin van de Admiraal de Ruijterweg), dat deden de jongelui in die tijd op Sloterdijk. Maar alles werd anders. “Tijdens onze verloving wisten we al, dat we weg moesten.” Woningen buiten het gebied kregen de boeren en hun kinderen toegewezen; niet altijd fraaie woningen. “Dan weigerden we gewoon.” De Granidastraat was nog redelijk dichtbij het ouderlijk huis. De Huidenstraat, waar ze samen hun melkwinkel runden, was benauwder voor de mensen van het platteland.
Onzin
Drie kinderen hebben ze: een zoon, een dochter en (verhip) nog een zoon. De jaren met de melkzaak was het ‘werken en slapen’, zo omschrijft ze de zware tijd. “Mijn dochter verzekert me dat we het goed hebben gedaan. Maar ik had niet veel tijd voor de kinderen.” Het was best een mooie tijd, maar ze mist het werken niet. Kerst 1980 sloten ze de zaak en verhuisden naar Slotermeer. Terug naar waar het begon. Hij: “In de advertentie stond dat de woning riant gelegen was. Wat een onzin, dacht ik nog.” Maar het was waar. Aan een verzorgingstehuis denken ze – tachtig en vijfentachtig jaar jong - dan ook nog niet. “We zien wel.” Ja, ze voelen het, de leeftijd. Begin dit jaar heeft hij het kegelen opgegeven. Zij doet nog ‘slechts’ één thuisbezoek bij een ‘oudere dame’ in Oost. Ze missen de wandelingen die ze samen sinds het pensioen maakten. Maar ach: “We redden het nog best met z’n tweeën. Onze grootste wens is om samen nog lang gezond door te brengen. En dat het een mooie zomer wordt dit jaar.”