Ik woon nu al 3 jaar in de Wigbolt Ripperdastraat 127, zegt Annie Corbran-Leek. We moesten wel weg vanwege de sloop, anders was ik zeker gebleven in het eerste huis van de Ruys de Beerenbrouckstraat, met prachtig uitzicht op het Eendrachtspark. Voorheen woonde ik in de Jan Mayenstraat. Ik ben in 1929 geboren in Alkmaar, daar heb ik tot 1953 gewoond. Want ik ging trouwen met een Amsterdammer. We hebben 14 jaar ingewoond op de Cornelis Anthoniestraat in Oud-Zuid. We zijn toen naar Geuzenveld gegaan vanwege mijn schoonouders, het groen en je had een nieuwe woning. Daarna ben ik nooit meer weg gegaan uit Amsterdam. En dat ben ik nu nog steeds niet van plan. Ik ben al 23 jaar alleen. Buitenlanders krijgen voorrang een huis te kopen, mijn kinderen zijn allemaal de stad uit, Diemen en Nieuw-Vennep. Maar ik twijfel er niet aan, ik ga de stad niet verlaten. Mijn vrijwilligerswerk bij dienstcentrum Maarten Luther, en vriendinnen waarmee ik veel naar het theater ga, kan ik niet missen.
Het contact met de buren uit de Dr. H. Colijnstraat, waar ik in 1969 ben gaan wonen, is niet verloren gegaan. Ze wonen nu onder en boven mij, zegt Ruut Hoppe. Ik ben 12 jaar alleen, en woon sinds 3 jaar in de seniorenwoning in de Wigbolt Ripperdastraat 127. Mijn man zat in de nieuwbouw, en deed veel schilderwerk. Vanaf mijn geboorte in 1935 heb ik mijn jeugd doorgebracht in de Marco Polostraat (een zijstraat van de Jan Evertsenstraat). Ik heb daarna nog een tijdje in de Kinkerstraat gewoond. Na mijn huwelijk met mijn buurjongen, hebben we in de Jacob vanan Lennepstraat gewoond. Maar daar moesten we weg, vanwege de astma die mijn zoon had. We zijn toen naar de Colijnstraat in Geuzenveld verhuisd. Er was hier veel groen en water. Ik zag er tegenop weg te gaan uit de volksbuurt waar ik woonde (je woonde dicht op elkaar en iedereen kende elkaar). Dat was minder toen we naar Geuzenveld gingen, het was veel ruimer allemaal, je had grotere huizen, en meer groen. Maar daardoor kende je ook minder mensen. Ik heb 18 jaar lang vrijwillig in de kantine gestaan bij de sportvelden in buitenveldert. Mijn oudste zoon is ook met een buurmeisje getrouwd. Ze hebben elkaar ontmoet op de sportschool Toen de Aker gebouwd was, gingen al mijn buren daar naar toe verhuizen.
In de leegstaande huizen kregen we buitenlanders voor in de plaats terug, zegt Annie. Je had geen contact met ze en de trap werd niet meer schoongemaakt. Zondags mocht je geen was ophangen, maar daar hielden ze zich niet aan. Ik ben nog veel met de kinderen in de speeltuintjes hier in de buurt hier geweest. Maar met mijn kleinkinderen moest ik naar het vondelpark. Nu komen er weer speeltuinen, maar mijn kleinkinderen zijn daar inmiddels al te groot voor. Toen de kinderen nog in huis waren, heb ik 14 jaar thuis gewerkt, en later ben ik gaan werken in de Hema; heerlijk vond ik dat. Eerst kregen we onze woning in de Dr. H. Colijnstraat niet, omdat mijn man teveel verdiende bij de Telegraaf. We haalden hiermee het nieuws. Ik woon in een hele grote woning (88 m²), en heb het hier heel erg naar mijn zin. Ik heb een uitzicht op schepen die voorbij varen naar IJmuiden. Mijn stacaravan is niet meer nodig, het uitzicht vanaf mijn balkon is prachtig, waar ik ‘s avonds de zon onder zie gaan.
Gepubliceerd: 15 december 2006
Link naar meer verhalen uit de Eendrachtsparkbuurt.