Bij brasserie ‘De Serre’

1 Fan

Ruud's Rondje leidt ons dit keer naar een zonnig terras op het Osdorpplein

Het zonnige terras van brasserie De Serre Foto: Ruud van Koert, april 2010

Het zonnige terras van brasserie De Serre Foto: Ruud van Koert, april 2010 Door: Jan van Zijp

Alle rechten voorbehouden

Het is zomaar een woensdagmiddag. De zon is al warm voor dit moment in het jaar en niet alleen moeders met kinderen bevolken het gelijknamige plein in Osdorp. Brasserie De Serre heeft z’n terras afgelopen week verlokkend uitgezet. ‘Brasserie De Serre’ klinkt als een net iets te dure uitspanning in een van de dorpskernen langs De Vecht. In werkelijkheid is het een aangeklede broodjestent voor een snelle hap tussen de boodschappen door. Of een hangplek voor oudere zongebruinde bierdrinkers of rosé-slempsters die een middag lang het voorbijtrekkende publiek becommentariëren, ‘en passant’ met een vette lach de economische crisis oplossend: ‘Kijk, als wij maar genoeg verteren hier, houden we vanzelf de zaak draaiende. In ieder geval deze zaak.’

Naast mij hebben twee heren van dik middelbare leeftijd na elkaar plaatsgenomen. Rug tegen de muur van de Shopperhal, gezicht in zonaanbidding schuin omhoog. Ze drinken ijsthee. De ene is licht rossig met een doorschijnende huid, de ander heeft iets Indonesisch.
Zonder aanleiding begint de rossige te verhalen over een doktersbezoek. ‘Nou, wat denk je?’
De donkere man zet aan voor een reactie, maar de ander wacht niet: ‘Geen spoor van suiker, bloeddruk als een jonge god én ... , niet onbelangrijk, m’n prostaat is ook nog oké.’ Trots kijkt hij rond. ‘hij zei dat ik geen honderd kon worden, maar wat denk je?’ Weer verwacht hij geen antwoord: ‘Wel honderd en tien!’
De donkere knikt. Onduidelijk blijft of hij het relaas van de ander echt heeft gevolgd. In stilte nemen ze allebei tegelijk een slok. De stilte duurt de rossige alweer te lang. ‘Maar ja, dat mag ook wel met iedere dag 6 kilometer rond de plas en soms ook nog een stukkie Ringvaart erbij.
Nee, niet rennend meer natuurlijk, maar toch een stevige wandelpas. Ik ben niet van plan zoals Joop en Klaas te vroeg de eeuwige jachtvelden op te zoeken.’ De donkere knikt nog maar eens – kent hij Joop en Klaas? – en laat z’n thee als wijn in z’n glas schommelen, terwijl hij het glas tegen het licht houdt. ‘Ik ga binnenkort ook maar eens voor een ‘check up’, zegt hij zonder de ander aan te kijken. ‘Maar eerst volgende maand drie weken naar m’n moeder. Een eind vliegen, maar ja, ’t is toch je moeder en je weet maar nooit wat de dokter zegt.’
De ober brengt nog een ijsthee, ze leunen allebei weer achterover en er valt een langdurige stilte. Ook van de rossige.


Klik hier voor alle verhalen van Ruud's Rondje.

Alle rechten voorbehouden

304 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Hangpunt voor ... Foto: Ruud van Koert, april 2010

Hangpunt voor ... Foto: Ruud van Koert, april 2010 Door: Jan van Zijp

Alle rechten voorbehouden

Geen reacties

Voeg je reactie toe