Mijn overgrootouders (Bart en Alie Prehn) woonden op de Nassaukade en hadden een groentezaak in de Van Limburg Stirumstraat op nummer 48. Hun zoon Bart heeft later met zijn vrouw Marie (Kitz) de zaak voortgezet. Grote concurentie in die tijd, schuin aan de overkant de familie Lindeman en om de hoek Jantje Beets. Toen al was 's morgens vroeg het bij elkaar spioneren over de prijs van de dag een 'moetje'.
Marie en Bart hebben met centen en stuivers gewinkeld en met keihard werken maar ook met veel humor een bloeiende winkel gerund.
Humor! Klant: "Twee kilo spinazie graag". Opa: "Een krantje er om heen of neem je het zo mee ...?"
Klant: "Marie, wat kost een citroen?" Oma: "Voor ik het je vertel, wacht, ik geef je eerst effe een krukkie ..."
Klant: "Wat zijn die bruine ballen?" Opa: "We noemen ze cocosnoten."
Zo werd er in die trant gesproken en vooral veel gelachen.
Mijn overgrootouders (oma's kant Kitz) woonden recht tegenover ons, op de eerste verdieping boven de visboer. Hij was vroeger diamantslijper in de Jordaan. Hij is oud geworden en ik zie hem op de zomerdagen nog lopen. Een licht driedelig kostuum, strooien hoed schuin op z'n hoofd en een wandelstok. Lieve mensen.
Boven hen woonden de familie Meeuwissen en met hun dochter Anneke. Samen met Carla Lindeman van de groentewinkel en mijn nichtje Willy Kalf speelden wij nog al eens op straat. Naast de visboer zat de goudsmid met vrouw en dochter en op woensdagmiddag mocht ik bij hun Pipo de clown kijken.