Feest
1942 is het jaar waar aan de familie met gemengde gevoelens terugdenkt. Het is het jaar waarin ik geboren werd. Begin februari, in een strenge winter, was er een bescheiden feestje in de Staatsliedenbuurt. Het was oorlog, het was winter, aanleiding om iets te vieren was er eigenlijk niet. Ikzelf had er geen weet van, maar mijn ouders zullen vast blij geweest zijn. Ondanks die inktzwarte tijd lag daar dan hún lichtpuntje in de wieg.
Ze hebben mij nooit verteld wat hun gevoelens waren op dat moment. Dat vind ik wel jammer. Maar over zulke dingen werd toen en later nooit gesproken. Nee, veel te intiem. Verbeeld je, om iets van jezelf prijs te geven? Het was ook het tijdsbeeld toen en na de oorlog, niet lullen maar werken!
Verdriet
1942 was ook het jaar van verdriet. Mijn grootmoeder van vaderskant woonde toen op de Wittenkade no.1, één hoog, nog net in de Staatsliedenbuurt. Grootvader was al overleden. Haar oudste zoon Jan was in september 1941 opgepakt voor illegaal drukwerk. Hij vervaardigde dit voor de illegale organisatie ‘de Geuzen’. Na de hel van politieverhoren in politiebureau Pieter Aertszstraat, Doelenstraat en de gevangenis Amstelveenseweg is hij via kamp Amersfoort in concentratiekamp Sachsenhausen bij Berlijn terechtgekomen. Wat hij daar heeft moeten doorstaan is onbeschrijfelijk.
Oma had een briefkaart naar hem gestuurd en geschreven dat zij thuis allen gezond waren en hoopte dat dat ook voor hem gold. Zij deed hem van allen de groeten en een spoedig weerzien. Zij kreeg de kaart terug (Zurück) met de mededeling dat haar zoon op 18-04-1942 was ‘overleden.’
Wij herdenken hem en vele anderen.