De wereld was goed en fijn – deel 5

Bevrijding

Verteller: Anna
1 Fan
Amsterdam-West, Amsterdam Nieuw West

Anna (1926) vertelt over haar ervaringen rond de Tweede Wereldoorlog. Ze maakte onder andere het bombardement op het Wilhelmina Gasthuis mee en de schietpartij op de Dam tijdens de bevrijdingsfeesten. Zij leeft al bijna haar hele leven in West: 1926 - 1946 in de Da Costabuurt, 1951 - 2011 in Slotermeer-Noordoost, en vanaf 2011 in Bos en Lommer. Dit verhaal is samengesteld op basis van een interview en herinneringen die Anna de afgelopen vijf jaar heeft opschreven en wordt in zeven delen gepubliceerd.

Anna, 1945 Bron: fotograaf onbekend

Anna, 1945 Bron: fotograaf onbekend

Alle rechten voorbehouden

Op 5 mei 1945 capituleerde her Duitse leger in Nederland. Twee dagen later, op 7 mei, stond de Dam vol met mensen die wachtten op de intocht van de Canadese troepen. Maar in de stad bevonden zich nog steeds Duitse militairen die niet ontwapend waren.

Een bruine en een zwarte schoen
"Toen wij hoorden dat de oorlog afgelopen was waren wij zo blij. Heerlijk, oh! In de straat gingen vlaggetjes uit en werd er gezongen en gesprongen van vreugde. Mijn moeder en ik gingen samen de stad in. Vader zei, dat moeten jullie niet doen, want het is nog niet veilig. Maar wij hadden op de radio gehoord dat de oorlog afgelopen was, dus gingen wij naar de stad."

"Op de Dam was een feestvierende menigte en wij waren daar midden in. Opeens werd er op ons geschoten vanuit de Groote Club in de Paleisstraat. Een paniek, men liep over elkaar heen, over de hoofden van mensen. Rennen kon niet, maar duwen en trachten om weg te komen. Want dat schieten, dat was raak. Mijn moeder was ik al kwijt en ik kwam, hoe weet ik niet, op de Nieuwendijk aan. Wij stonden met een heleboel mensen voor de grote glazen etalages van het beddenmagazijn Woltering te duwen, net zo lang tot die ruiten braken en wij naar binnen rolden. Ik ben daar in een bed gekropen. Ik werd er na uren vandaan gehaald door het Rode Kruis en in van die hele ouderwetse ziekenhuiskarretjes, zo'n middeleeuws huifkarretje, naar het Binnengasthuis gebracht. Daar werd iedereen onderzocht. Ik bleek alleen wat glaswonden te hebben, toen mocht ik naar huis."

"Het was vijf uur geloof ik, laat in de middag. Ik dorst niet meer over de Dam terug te lopen en ben met een grote omweg naar huis terug gegaan. Ik ben helemaal omgelopen, alle grachten af. Toen ik laat in de middag de straat in kwam ging er een luid hoera op, want ze dachten dat ik doodgeschoten was. Want zo was het nog met mensen in de straat, dat ze je allemaal kenden. Mijn moeder was al uren terug, alleen had ze nu in plaats van twee zwarte schoenen, een zwarte en een bruine schoen aan. Maar wij waren thuis gelukkig. Er zijn doden gevallen, ook een meisje dat wij kenden. Nu nog, als er veel mensen bij elkaar drommen, dan wordt ik benauwd."

Kolder op klompen
"De bevrijding, oh, dat was heerlijk. Toen was m'n vriend er nog niet. We gingen naar buiten en we konden overal dansen. Ik had geen schoenen meer en had klompen aan. Maar dat gaf niets. Ik danste met iedereen, we dansten de hele dag. Het was elke dag feest, iedereen had gewoon de kolder in zijn kop. Dat was een belevenis, dat zie ik nog vaak voor me. Zo was er een Franse dansleraar die wilde mij meteen meenemen naar Frankrijk. En voor het gebouw van het distributiekantoor hebben wij nog met het hele personeel de polonaise gedanst. Ik heb daar nog een krantenfoto van."

Polonaise voor het distributiekantoor, mei 1945 Bron: fotograaf onbekend

Polonaise voor het distributiekantoor, mei 1945 Bron: fotograaf onbekend

Alle rechten voorbehouden

"Het is weer van jou. Je kan weer gewoon de straat op, de lichten kunnen weer aan. Je hebt niet meer die Duitsers die achter je aan lopen. Want dat vond ik vreselijk, die militairen die achter je aan lopen en contact proberen te krijgen. Die zware stap, dat verschrikkelijke benauwde. Dat vond ik echt heel eng. En dat is ineens allemaal weg."

"Het waren gewone jongens natuurlijk. Toen vond ik dat niet, maar achteraf gezien vind ik dat normaal. Dat doen toch alle jongens, als ze een leuk meisje zien, tegen je praten en wat dan ook? En er zijn ook een heleboel meisjes die dat wel gedaan hebben."

Om beurten doodgeschoten
"En toen kwam m'n vriend thuis en was het feest afgelopen. Ik weet het nog goed, ik kwam bij m'n schoonmoeder. Tenminste nu zeg ik schoonmoeder, toen was het nog niet m'n schoonmoeder. En ze zegt, ik heb een verrassing. Toen zat hij in de tussenkamer. En dat vond ik helemaal niet zo leuk, ik vond dat helemaal geen verrassing. Want ik had het veel te leuk om een vriendje te hebben. Gek hè? Misschien heel naïef, maar ik had er helemaal niet bij stilgestaan dat hij terug zou komen."

Bevrijdingsfeesten: Personeel distributiedienst viert feest, mei 1945 Bron: Dienst Publieke Werken; afdeling Stadsontwikkeling; bron beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Bevrijdingsfeesten: Personeel distributiedienst viert feest, mei 1945 Bron: Dienst Publieke Werken; afdeling Stadsontwikkeling; bron beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

"Hij is komen lopen uit het concentratiekamp tot aan Limburg. Daar is hij opgevangen, en toen is hij met een vrachtwagen naar Amsterdam gebracht. Ik weet niet welk kamp het was. Hij heeft er nooit iets over gezegd. Maar toen hij terugkwam ben ik met hem mee geweest naar de Stadhouderskade. Daar woonde een jongen die ook bij hem in het kamp had gezeten. Hij vertelde dat die hele groep in het kamp 's morgens op appel moest komen. En dan werden ze om beurten doodgeschoten. Daar was die jongen ook bij. Dat moest hij vertellen aan diens ouders aan de Stadhouderskade. Maar toen vertelde hij natuurlijk dat die jongen ziek was en overleden is, niet dat hij doodgeschoten was."

Alle namen in dit artikel zijn gefingeerd om de identiteit van de betrokkenen te beschermen.

Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 3
Klik hier voor deel 4
Klik hier voor deel 5
Klik hier voor deel 6
Klik hier voor deel 7

Alle rechten voorbehouden

233 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe