De grote Spoorwegstaking
Simon: “De Tweede Wereldoorlog was nog niet voorbij en het luchtalarm loeide regelmatig; de Grüne Polizei reed dan met motoren-met-zijspan door de buurt en iedereen die op straat liep ging schuilen omdat er mogelijk granaten konden vallen; een zeer angstige tijd.
In 1944 was de Grote Spoorwegstaking en het hele gezin heeft tijdelijk ingewoond bij de ouders van mijn moeder in Zwanenburg. Daar hebben wij de beruchte hongerwinter meegemaakt; wat een armoede hebben we geleden. Ik herinner me nog de suikerbieten, waar moeder van het inferieure meel, pannenkoeken van bakte. De kou was die winter gruwelijk. Er werd illegaal bomen gekapt om deze in een noodkacheltje op te branden. Het drinkwater werd regelmatig afgesloten. Een nare herinnering is me ook bijgebleven aan de gaarkeuken met soep als slootwater en waarvan de gevolgen na het opslurpen niet uitbleven. We kregen er diarree van.
Het eten ‘ging op de bon’ , dat wil zeggen dat we voedsel kregen door distributiebonnen in te wisselen”.
Bevrijding
“En dan op 5 mei 1945 eindelijk de bevrijding. Lancaster vrachtvliegtuigen dropten voedselpakketten boven de akkers in de Haarlemmermeer. Ze bestonden uit Zweeds wittebrood en blikken dozen vol biscuitjes; ja, ik heb het allemaal indringend meegemaakt ... Na de bevrijding gingen we terug naar het huis op de Spaarndammerdijk (omstreeks juni 1945).
Ik herinner me dat er aan de andere kant van de spoorwegovergang een speeltuin was met enkele woonhuizen ernaast en daarnaast nóg een speeltuin voor R.K.-jeugd. Iets verder was het voetbalterrein van APGS (politie) en DWS en SPARTAAN-sportvelden. Daarnaast was de oude Westhavenweg die naar onder andere de Fordfabrieken nabij het Noordzeekanaal liep. Nabij de zogenaamde Balkhaven, naast het opgespoten land, was een hoge brug, die wij de Nieuwe brug noemden. Op zomerse dagen waren daar veel recreanten. We gingen daar zwemmen en keken vol ontzag naar de jongemannen die vanaf de hoge brugleuning in het water doken.
Op de plek waar nu het volkstuinencomplex de Zonnehoek is, was een brede sloot en mijn vriendjes en ik gingen met een sterk touw waaraan een haak bevestigd was ‘vissen’ naar oude fietsonderdelen.
Die sleepten we naar huis en maakte ze op het erf roestvrij. We hielpen vader met het in elkaar zetten van zo’n oud frame, zodat vriendjes die geen fiets hadden toch op de pedalen konden.
Onlangs fietste ik over de Archangelkade speurend naar sporen uit het verleden. Maar er is daar niets meer over wat mij herinnert aan ‘vroeger’ ...
In 1948, enkele jaren na de oorlog, kregen mijn ouders bericht dat het huis aan de Spaarndammerdijk 185 afgebroken zou worden, om plaats te maken voor een sportaccommodatie en zwembad; Het Brediusbad. We kregen een woning toegewezen in de Schinkelbuurt op 3-hoog; dat was voor alle leden van het gezin, inmiddels dus zeven kinderen, een grote verandering. We hebben er allemaal erg aan moeten wennen en misten de Spaarndammerdijk en de omgeving enorm”.
Nu
De spoorwegovergang over de Spaarndammerdijk is verdwenen en de Transformatorweg loopt onder een tunnel door. Daar bovenop is nu nog wel een weg en een treinemplacement.
Rechts zien we de sportaccommodatie van het Bredediusbad en de daarnaast de remise van de NS (nu o.a. de werkplaats van ‘ProRail’).
Dit is deel 3 van de 3 delen van dit verhaal. Lees hier alle delen.