Ze is geboren in Atjeh en komt uit een gezin van 13 personen. Haar vader was KNIL militair. Op de vlucht voor de oorlog kwam ze met haar moeder en haar - toen nog — 4 broertjes en zusjes in een kamp in Medan terecht. Over die tijd vertelt mevrouw Molenaar alleen dat er in het kamp een hond was die aan haar voeten sliep.
Nederland
Als het gezin op vakantie is op de Molukken wordt de Republiek Maluku Selatan - de Republiek der Zuid-Molukken — uitgeroepen en opnieuw vlucht het gezin voor het geweld. Uiteindelijk volgt in 1951 de demobilisatie van ongeveer 4000 KNIL militairen en hun familie. Samen met 12500 Molukkers komt het gezin naar Nederland waar het in eerste instantie opgevangen wordt in Zeeland. Van de overweldigende natuur van Indonesië naar een barakkenkamp in het vlakke land waar de Nederlandse buren over haar huid wrijven om te zien of haar mooie kleurtje blijvend is. De Nederlandse regering was destijds in de veronderstelling dat het verblijf van de militairen van tijdelijke aard zou zijn en veel aandacht voor de opvang van deze gezinnen was er niet. Zo kon het gebeuren dat — vlak voor de watersnoodramp - het gezin verhuisde naar Schattenberg. De naam die kamp Westerbork had gekregen nadat het in 1951 in gebruik was genomen voor de opvang van gedemobiliseerde KNIL militairen.
Mevrouw Molenaar — Guusje — maakt in Assen haar opleiding aan de huishoudschool af en solliciteert daarna in Winterswijk bij het ziekenhuis naar een functie als verpleegster. Ze wil graag “oudjes en zieken helpen.” Ze combineert haar opleiding met het werk in de verpleging en behaalt zo haar diploma.
Ze is nieuwsgierig, wil meer van de wereld zien. Ze maakt in de vakantie buitenlandse reizen. Ze wisselt nog verschillende malen van functie omdat ze wil weten “wat daar binnen gebeurt.” Ze woont en werkt in Amersfoort en Groningen en omdat ze dichter bij Amsterdam wil wonen, solliciteert ze in sanatorium Zonnestraal in Hilversum. Steeds opnieuw past ze zich aan in haar nieuwe werk- en woonomgeving. “Ik was misschien flink.” Een geruisloze intergratie al gaat ze regelmatig langs bij haar moeder om lekker te eten; rijst met smoor.
Amsterdam
Uiteindelijk verhuist ze naar Amsterdam waar ze haar man ontmoet en jaren ongehuwd samen met hem inwoont bij Opa Poons. “Ik had geen tijd om na te denken wat de buren daarvan vonden.” Deze doortastende vrouw blijft ook na haar huwelijk werken en vervult als 1e verpleegkundige haar taak binnen verschillende instellingen.
Ze reist nog steeds en heeft met haar man, die ook in Indonesië geboren is, al meerdere reizen naar hun vaderland gemaakt. Ze heeft geen nare herinneringen aan haar tijd daar en geen heimwee. Als ze voor een langere periode in Indonesië is verlangt ze naar zuurkool.
Een Indische dame met Hollandse nuchterheid.” Niet zeuren, maar doen.”