Op nummer 9 woonde Frans Mom, 16 jaar lang. Hoewel hij nu prachtig woont op het WG-terrein, spreekt hij nog altijd met weemoed over de Vondelkerkstraat. Hij kreeg de woning van de eigenaar, een Chinees-Javaanse familie Tan, die hij kende.
Hij woonde in het souterrain. Boven hem, op de bel-etage, woonden de gepensioneerde heer en mevrouw Van der Pluijm. Na het overlijden van haar man woonde mevrouw er nog jaren en was zij alleen.
Frans herinnert zich dat hij met zijn vriend Harry naar boven snelde nadat ze boven zich een doffe dreun hoorden en vermoedden dat mevrouw Pluijm gevallen was. Dat bleek zo te zijn. Samen hesen ze haar weer in de stoel. Harry – die arts is – stelde zeker dat er niets was beschadigd. Een praatje en een glaasje water en de rust was weergekeerd.
Pas toen zich dit een paar maal herhaalde en het ook alleen gebeurde als Harry er was, realiseerde Frans zich hoe dun de scheiding tussen het souterrain en de bel-etage was. En hoe alleen mevrouw Van der Pluijm zich voelde …