Polly
Wat bleek? De kabel-heren hadden van binnenuit een gat geboord voor de kabeldoorvoer, maar vonden dat buiten niet meer terug, dus boorden ze een tweede gat waar de kabel doorheen gevoerd werd. Ze vergaten het eerste gat – dat in de hemelwaterafvoer uitkwam – te dichten. Het werd een verzekeringskwestie en werd opgelost, maar het verhaal kreeg nog een staartje. Enige tijd later logeerde Polly, de hond van Maartje, bij Maarten en Marleen. Polly sliep in een mand in de voorkamer. Op een ochtend toen Marleen de deur opendeed stond Polly haar al beteuterd op te wachten naast haar mand die ondersteboven lag. Die nacht was het parket – dat door de overstroming doordrenkt geraakt was - gaan werken en had Polly met mand en al omvergeworpen.
Django
Op een dag parkeerde Maarten zijn Volvo uit. Hij had niet gezien dat één van de honden van de straat - Django – eronder lag te slapen. Django schrok wakker, stootte zijn kop aan de aftapbout van de benzinetank die daardoor afbrak, waarna de tank leeg liep. Grote consternatie: de benzine liep over straat en de arme hond zat helemaal onder. Maarten was vooral bezorgd om de hond en vreesde een woedende baas. Frans, het baasje, deed het echter af met dat “het stomme beest daar maar niet had moeten gaan liggen” en bood met veel excuses een volle tank benzine aan. Maarten kon langskomen op het pompstation op de Buitenveldertselaan waar hij werkte.
Frans vond in zijn eindeloze voorraad schroefjes, houtjes, spijkers een passend rubber dopje om het gat te dichten en zorgde later nog voor een reserve “voor ’t geval ’t nog eens zou gebeuren.”