Amsterdam was toen het magisch centrum van de wereld met z’n hippies en provo’s.
Sommige jongerencentra (zoals Fantasio en Paradiso) werden centra van deze ontwikkelingen. Niet alleen jongeren probeerden oude vormen te doorbreken, ook een aantal beroepskrachten werd daarmee ‘besmet’. Geen bureaucratische structuren meer, gewoon een nieuwe wereld beginnen, hier-en-nu; samen in het park of in eigen buurtcentrum. Ook in Osdorp sloeg de vonk over en wel in Kwak. Daar vergaderde bij voorbeeld regelmatig een groepje ‘kritische jeugdwerkers’. Actieplannen werden gesmeed en soms strijdbare artikelen geschreven voor het vakblad Jeugdwerk NU.
Kwak was een houten keet aan de Osdorperban; een jongerencentrum van de stedelijke vereniging Ons Huis. Ons Huis runde onder andere ook waar buurthuizen Osdorp, Slotermeer, Geuzenveld en Molenkwartier). Voor de Osdorpse tieners was Kwak een van de weinige plekken om heen te gaan; een soort oase in de vlakte aan de voet van immens hoge flats. Hoewel ik me nu afvraag hoeveel ‘gewone’ Osdorpse jongeren eigenlijk bereikt werden. Die jongeren kwamen vooral naar de instuiven in het weekend. Osdorp was in die tijd zeker geen achtergebleven gebied. Beroemd waren de lichtshows die zeker niet onder deden voor centra in de binnenstad. In de periferie bestond juist een unieke mogelijkheid allerlei nieuwe zaken uit te proberen. Soms officieel als activiteit van cultureel werk, soms bij mensen thuis als vriendenclub samen. Die werelden liepen nogal eens in elkaar over. Kwak was wat we nu een creatieve broedplaats zouden noemen.
Juist aan de rand van de samenleving ontstaan immers soms mooie dingen. In Osdorp bijvoorbeeld …