Herinneringen van Moppie (Adeleida) Holla-Fontijn (1929), Annie Vork–Fontijn (1931) en Jan Holla
Als ik vroeg wie er uit de Sloterpolder in het verzet had gezeten viel steeds één naam: Gerrit Fontijn. Hij drukte een ‘blaadje’. Gerardus Hendricus Fontijn (1907-1970) had de tuinderij op E 326 tegen zijn zin van zijn vader overgenomen. Zijn vrouw, Marie Smit (1906-1992) was een tuindersdochter uit Badhoevedorp en lerares naaien. Ze kregen twee kinderen, Adeleida (‘Moppie’, 1929) en Annie (1931).
Als je vanaf de Warmondstraat de oude Slotervaart op voer was E326 het laatste grondstuk. Na Fontijn kwam weiland en de nog lege Ringspoorbaan, niet ver van het huidige metrostation Heemstedelaan. Fontijn had ook grond achter de Ringdijk en daar liet slager Dompeling (1899) uit de Kanaalstraat in 1942 zes koeien slachten *1. Fontijn kreeg 5 pond vlees en 5 pond vet per koe. Dat was hard nodig. Ook het gezin van knecht Verkerk moest eten. Toen er in mei 1943 twee koeien werden aangevoerd verraadde iemand de zaak. Het clandestiene netwerk werd opgerold. Fontijn zat vast in de Euterpestraat en in Scheveningen. Moeder, die alleen verder moest met haar naaiatelier en naailessen, wist hem steeds vrij te praten: ‘Neem mij maar vast. Hij kan niet gemist worden’. Op Sinterklaas 1943 kwam Gerrit definitief thuis.
Het Parool van 11 september 1944 (Dolle Dinsdag). 
In hetzelfde jaar verhuisde het gezin naar de Warmondstraat, nr. 75. Dat adres staat in het Parool-dossier *2. Het Parool schakelt in september 1944 over naar meerdere nummers per maand en Gerrit Fontijn, nummer 2134, deknaam Tijn, stencilt 2000 exemplaren per dag. Via contactpersonen verdeelt hij er 400 per week. In Amsterdam, Amstelveen, Ouderkerk en Badhoevedorp.
Moppie en Annie Fontijn voor het schilderij met de boerderij op grondstuk E326 - Foto: Pim Ligtvoet, maart 2012 
Wat weten zijn dochters? De krantentekst werd aangeleverd bij mevrouw Korenman, Theophile de Bockstraat nr. 39 (vermoedelijk). Zij typte een ‘kopie’ van het nummer. Annie (14), die thuis bleef van de naaischool, haalde deze op en roeide ermee naar de tuinderij. Toen ze na een tijdje niet meer wilde nam de twintiger Nellie Nieman haar taak over. Gerrit draaide het blaadje – vaak 2, soms 4,5 of 8 vellen - in de polder af. Eerst in het naaikamertje, later, toen de mensen steeds feller om groenten kwamen, op zolder. De vellen werden in bundeltjes van 50 en 100 gerold en gingen over het water naar de Warmondstraat. Tussendoor, herinnert Jan Holla zich, ook naar de tuinders. Moppie en Annie brachten de bundeltjes in hun schooltas naar Lankhoorn, lijstenwinkelier in de Vaartstraat, Kliffen in de Theophile de Bockstraat en andere verspreiders. En op 4 mei 1945 deelden Moppie en Annie de Paroolkrantjes op straat uit!
Gerrit Fontijn ging niet meer terug naar de tuin. Hij haalde zijn verstopte Chevrolet met pramen van E 326 af en werd Inspecteur Dagblad bij het Parool in Bussum.
*1 NIOD, Deutsches Obergericht Den Haag, nr. 020-5911 (28 februari 1944)
*2 NIOD, Dossier Parool nr. 185c
Dit is deel 12 van een reeks verhalen over de 2e Wereldoorlog. De verhalen zijn tot stand gekomen vanuit interviews die Pim Ligtvoet - van het Comité 4-5 mei Slotervaart - heeft gehouden met (oud)bewoners van de polders die nu tezamen Nieuw-West vormen.
Link naar rubriek waar alle verhalen 'Oorlog in West' bij elkaar komen te staan.