Van omstreeks 1940 tot 1960 en waarschijnlijk ver daarvoor, ventten vele
middenstanders hun negotie luidkeels uit op de openbare weg, waar nu de
supermarkten zwijgend en saai het van de levendige verkopers hebben
overgenomen.
Kreten die mij zeventig jaar zijn bijgebleven (2)
Nee, dan de Joodse zuurwaren verkoper De Leeuw, die wist hoe hij zijn nering aan de man moest brengen:
"Uitjes in de wijnazijn, komkommer een cent maar."
Als die kreet door de straat klonk dan kwamen de huisvrouwen snel met kommen en schaaltjes naar de handkar met grote tonnen zure augurken, pekelaugurken, Amsterdamse uien, schijven zure komkommer en plakken zure leverworst waarvan het vel niet bestond uit darmen, maar uit doodgewoon papier.
En altijd had De Leeuw voor iedereen een vriendelijk woord en soms vertelde hij ook nog een mop, die meestal minder goed was dan zijn koopwaar.
Tenslotte had je ome Jan Kroese van de snoepwinkel in de Van Hogendorpstraat nummer 37, tussen de van der Duynstraat en de Van Limburg Stirumstraat.
Als bijverdienste liep hij in het seizoen met ijs Van Jamin, 1 soort ijs namelijk karamelijs in de prijzen 5 cent per pak en 10 cent voor een dubbeldikke. Zijn strijdkreet was niet erg boeiend en hij riep de gehele dag uitsluitend:
"Jamin roomijs, Jamin roomijs"
en daar bleef het bij. Hij was de enige verkoper met een luidklinkelde bel op zijn kar en dat
geklingel van die bel lokte ons meer dan zijn roep om klandizie. Hij van ons kinderen een goede omzet en ik zal nooit de heerlijke smaak vergeten van dat karamelijs.
En al is het vijftig tot zeventig jaar geleden, nooit zal ik genoemde vijf kreten vergeten, al zijn de voortbrengers hiervan nu alweer jaren dood. God hebbe hun zielen.
Joop Komen
784 keer bekeken