Bittere rijst met Silvana Mangano, Don Camillo met Fernandel, we genoten van Doris Day, Brigitte Bardot en Claudia Cardinale en we leefden mee met Erol Flynn, Gary Cooper en Douglas Fairbanks, we lachten ons tranen om de zogenaamd spannende Nederlandstalige film "De Spooktrein."
In de Royal speelde Bernard Drukker in de pauze op het beroemde theaterorgel tijdens de reclame van Cloeck en Moedigh, de voorganger van Loeki de leeuw. Hetzelfde deed Pierre Palla in Tuschinski en Cor Steyn in de City. Ook zongen Leo Fuld, Max van Praag, Eddy Christiani en andere in die tijd bekende zangers in de pauze van het Tuschinskitheater. Bioscoop Royal is helaas afgebrand en City en Tuschinski zijn niet meer de statige tempels van voor 1970.
Ik rookte mijn eerste sjekkie (Belgische shag) op 12-jarige leeftijd in 1943 en stopte met roken (Caballero) in 2002 te Nijmegen in het Sint Radboudziekenhuis toen ik 71 jaar was, op de dag van mijn open hartoperatie.
Ik dronk mijn eerste pilsje in 1947 bij Ruteck's op de Nieuwendijk en dronk sindsdien stevig door, de laatste jaren echter is de pils in verband met prostaattechnische problemen vervangen door Drambuie en Chivas Regal.
Ik probeerde mijn eerste wip in 1945 in het gras van het Marnixplantsoen aan de Nassaukade, enigszins tot mijn eigen tevredenheid, maar ik vrees dat Rosie de Wijn daar anders over dacht. Ik heb het daarna echter vele malen met de dames meer dan goedgemaakt.
Als jochies van 10 klommen we op de krullen (pisbakken) om met ontzag van
bovenaf te kijken naar de enorme tampeloerissen die de heren met hoge nood
tevoorschijn haalden om die nood te lenigen.
Ja, de jaren '40 tot '55 vlogen snel om en toen ik in 1955 trouwde had zich een schat aan herinneringen in mijn hersenen genesteld. Herinneringen die ik nu, als oude man probeer op te tekenen, met de gedachte dat ik de periode '45 tot '55 graag nog vele malen over zou willen doen. Ik besef ook dat mijn Amsterdam mijn Amsterdam niet meer is. Waar in mijn jeugd Chinezen, Surinamers en Antillianen bezienswaardigheden waren en Joden tot geboren Amsterdammers waren bekeerd, daar wordt Amsterdam thans bezet door honderden nationaliteiten in alle vormen en kleuren.
"En de Amsterdammers?" zult u vragen. "Die wonen nu voor een groot deel in rijtjeshuizen in Almere, Lelystad en Purmerend", zal ik antwoorden. "En what about Gendringen?" is uw volgende vraag. "Een schuilplaats voor mislukte Amsterdamse verhalenschrijvers", beste mensen. "Mijd die plaats als de pest." (Grapje!)