“We woonden in vanwege de woningnood. Een heerlijke grote kamer van zes meter hadden we, in de Van Breestraat. Met eigen keuken - een cadeau van mijn schoonouders - en een klein kamertje nog erbij, waar later onze eerste zoon sliep. Patrimonium zei: kom maar terug als u een tweede heeft. Nou, dat was al vrij snel. De oudste was pas negen maanden en mijn man ging meteen naar de woningcorporatie. Maar weer kregen we nee als antwoord. Kom maar terug als het kind er is, zeiden ze. Er kon immers nog van alles misgaan… Ja, ze waren toen hard, hoor. Maar al zes weken na de geboorte van onze tweede zoon, op de dag van zijn doop, kwam er een brief. Er was een huis te bezichtigen aan de Josephus Jittastraat. Onze ouders gingen voor ons kijken. Een kippenhok, zei mijn vader. Hier zal het altijd vochtig zijn, was de reactie van mijn moeder. En ook: ‘Kind, je gaat emigreren! Ik zie je nooit meer!’ Ze woonden aan de Frederik Hendrikstraat en dat was toen heel ver weg. Ik ben met tegenzin verhuisd. In het begin voelde ik me zo ver van alles en iedereen. Elke dag ging ik naar mijn moeder. Lopend met de kinderwagen, want die kon niet in de bus. Anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. Ik heb een jaar lang nog naar een andere woning uitgekeken, vanwege de krappe woonkamer vooral. We hadden boven wel drie slaapkamers, maar je leeft toch beneden, hè. En die huur… 65 gulden per maand, terwijl we inwonend 35 betaalden. Op een feestje van het werk van mijn man heb ik z’n baas uitgebreid verteld over hoe duur alles was. Eind van de maand kreeg ie vijftig gulden meer. We hebben er uiteindelijk veertig jaar gewoond. Het was hier zo heerlijk voor de kinderen, in een kinderrijke buurt. Dat was knijpen, vechten en knokken, maar ook veel lekker spelen met elkaar. Als je kinderen het naar hun zin hebben, ben je als moeder gelukkig. En we hadden een tuin. Vrienden waren daar jaloers op. Zaterdag en zondag hadden we dan ook altijd visite. Toen jaren na de twee zoons nog een dochter kwam, hebben we de huiskamer uitgebroken. Had ik toch nog mijn grote huiskamer.”
Wilt u de rest van het 'emigratie' verhaal lezen? Over 'vervelen' en de 'omgewaaid'. Klik dan hier.
Ook pionier?
Bent u ook een pionier? Woont u ook (ongeveer) vanaf het begin in Slotermeer of heeft u er toentertijd gewoond? U kunt Shirley Brandeis bereiken op 06 26 14 02 55 of via shirley@brandeis.nl.
Met dank aan Arnold Paalvast die belangeloos en met veel liefde de pioniers in deze serie portretteert