Huisnummer 7 kregen ze in 1953 toegewezen. Huisnummer 13 werd het. Geen ongeluksgetal voor Dirk en Jenny den Otter. “Onze dochter Anita werd ook op de 13e geboren en onze kleindochter gaat binnenkort op nummer 13 wonen.” En ook: ze zijn inmiddels respectievelijk 90 en 85 jaar, gezond en wel. De al voorgedrukte verhuiskaartjes – met dus dat nummer 7 - konden ze indertijd weggooien. Maar dat gaf niks. Ze wilden dolgraag een eigen huis, na het inwonen bij het arme gezin aan de Weesperzijde. Jenny: “Het was verschrikkelijk. We deelden een keuken. Ik durfde er amper te koken. Het gezin was zo arm. De moeder gebruikte de olie nadat ik had gebakken.” Drieëntwintig gulden per maand betaalden ze in Oost. Dat was wel even wat anders dan de 12.000 gulden die ze betaalden voor de hoekwoning aan de Fritz Conijnstraat. Familieleden sprongen financieel bij en ze werkten allebei. Hij in het witgoed, zij bij Blokker als demonstratrice. “Voor elke koekenpan die ik verkocht, kreeg ik een gulden extra. Na tien pannen stopte de baas met die actie. Ik verkocht te goed.”
Pakjes aannemen
Het rijtje nieuwbouwwoningen in Slotermeer was op één na verkocht. Een hoekwoning waarnaast een steegje zou komen. Dat steegje kwam er niet, het werd een winkelpand. Als tegemoetkoming mochten ze wat extra’s voor in huis uitzoeken van de bouwer: een kolenhok buiten en een andere schoorsteen werden ingewilligd. En het huisnummer veranderde dus. In plaats van een park tegenover hun woning werd er toch gebouwd en viel de nummering anders uit. Dirk den Otter heeft het allemaal zien bouwen. “Eerst gingen de houten palen erin, daarbovenop kwam betonijzer, een mat daar weer op en daarop de vloer.” Of ze moest wennen in het verre Westen? Jenny: “Met de verhuizing vanuit Alkmaar naar Amsterdam, vanwege zijn werk, was ik al ver weg van de familie. In Slotermeer hoefde ik niet meer te wennen. Het beviel het me prima. Ik had zulke leuke buren. Met de achterbuurvrouw, die na vijf jaar naar Australië emigreerde en nu in Osdorp woont, zijn we nog steeds bevriend.” Het burencontact in deze tijd is heel anders, vertellen ze. “Omdat je vroeger na het trouwen niet mocht werken, zaten alle vrouwen met de kinderen thuis. We hielpen elkaar allemaal. Dat contact heb je niet meer. Maar de buren zullen dolblij met me zijn. Ik ben veel thuis, ik neem alle pakjes voor ze aan.” Dochter Anita, de middelste van drie kinderen, knikt. “Al die buurvrouwen vroeger. En je noemde ze allemaal tante. Pas later realiseerde ik me dat het helemaal geen echte tantes van me waren!”
Wilt u het vervolg lezen over een 'besteleend' en een 90-jarige 'jongeman'? Klik dan hier.
Ook pionier?
Bent u ook een pionier? Woont u ook (ongeveer) vanaf het begin in Slotermeer of heeft u er toentertijd gewoond? U kunt Shirley Brandeis bereiken op 06 26 14 02 55 of via shirley@brandeis.nl.
Met dank aan Arnold Paalvast die belangeloos en met veel liefde de pioniers in deze serie portretteert