Uit de verhalenwedstrijd: 'De Lourdesscholen in Slotermeer'

7 Fans
Slotermeer

Op die dag in september gingen drie kinderen naar de Lourdesscholen.

De eerste in de Burgemeester Eliasstraat, dat was pakweg de Arthur van Schendelstraat uitlopen en je botste tegen de Lourdesschool op. Veel was er niet te zien in de Arthur van Schendelstraat, het eerste stuk ging nog, want daar woonden aan de linkerkant de buren tot en met nummer elf en aan de rechterkant het verboden grasveld. Daarna ging de straat wel door, maar er stonden geen huizen meer langs, althans geen huizen waar je naar binnen kon. Wel aan de rechterkant achterkanten van huizen en aan de linkerkant nog onbebouwde grond, waar later een Openbare Stinksigare School zou komen. Aan het einde van de Arthur van Schendelstraat stond dus de Lourdesschool. Dat was twee keer schrikken als je van de Broeder-, dan wel Zusterschool kwam: ten eerste waren er geen Broeders of Zusters en ten tweede was het helemaal geen School, maar een noodschool. Dat beloofde niet veel goeds: een noodschool zonder Broeders of Zusters en ook nog met jongens en meisjes bij en door elkaar. De drie kinderen splitsten zich en de jongste betrad de noodschool en werd daar hoogst persoonlijk verwelkomd door Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool, Meester Bos. Die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er nog op school gerookt worden (en hoe!), nog net niet door de kinderen, maar wel door de meesters en juffrouwen.
De twee andere kinderen zetten hun tocht door het toen nog barre Slotermeer voort, één ging naar het uiterste einde van de Jacob van Maerlantstraat (dat was en is toch al een straat waarvan je steeds denkt dat ie afgelopen is, maar na elk hokkenblok staat er weer een ander hokkenblok, dat pas te zien is als je het ene hokkenblok voorbij bent en voorbij het laatste hokkenblok stond de noodschool) en werd hoogst persoonlijk verwelkomd door Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool, Meester Bos. Die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er zelfs in de klas nog gerookt worden (en hoe!).
D ander moest tot achter het Confuciusplein lopen, alwaar de derde noodschool stond en werd daar hoogst persoonlijk verwelkomd door Meester Bos, Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool. Die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er nog gerookt worden (en hoe!).
Hoe Meester Bos, de sigaar in de hand, op elke noodschool aanwezig kon zijn is tot op de dag van vandaag onopgelost gebleven. Het kan zijn dat Hij maar op één plaats werkelijk aanwezig was en op de andere twee plaatsen slechts verscheen, want naast van roken hield Hij ook van Maria Moeder van Alle Volken.

(In de rubriek WEDSTRIJD2006 staan de gepubliceerde verhalen bij elkaar.)

Alle rechten voorbehouden

2109 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Rob Loos

Buurjongens.

Leuk om van een ouwe buurjongen zijn verhaal te horen over de Lourdesschool waar we, denk ik samen op hebben gezeten. Tonny Huisman van de Arthur van Schendelstraat en ik Robbie Loos uit de Herman de Manstraat waren ergens ook buurjongens. De overeenkomst is duidelijk, we woonden samen in een katholiek blokje naast die van de protestanten. Waren katholiek van huis uit en pastoor, bouwpastoor, Nijs woonde volgens mij naast Tonny. Na zijn vertrek naar de pastorie van de Louderskerk woonde familie Meerman in het huis van pastoor Nijs. De eerste kerstnachtmis van pastoor Nijs heeft hij in de binnentuin van de Herman de Man en A. van Schendelstraat in een tent opgedragen. Bij meester Bos heb ik huiver. Denk dat ik strenge herinneringen aan hem bewaar. Maar juffrouw van Duren uit mijn derde klas kon bij mij niet stuk. Ze verschalkte de kinderen met een classic reeks, een stripblad voor wie het meest zijn / haar beste dictee had gemaakt.

Thom Geers

Pasgeboren buurmanneke

Dat was ik aan het eind van de winter van 1956 in de Arthur van Schendelstraat nummer 11. Nog een jaar of wat te jong om deze herinneringen te kunnen delen, maar evengoed een feest van herkenning. Meester Bos, inmiddels hoofd van de O.L.V. v. Lourdesschool gebouwd naast de toen nieuwgebouwde gelijknamige R.K. kerk, stond ook toen bekend om z'n sigaar! Behalve een noodschool moet er ook in de Arthur v. Schendelstraat een noodkerk hebben gestaan met aan het hoofd een al even markant figuur bouwpastoor Nijs. De pastoor kwam nog wel eens op de Zondag op bezoek met zijn licht blauwe overdekte scooter (BMW Isetta).
Van de buurt herinner ik me vooral het pleintje aan de Herman de Manstraat, waar we busjeram speelden, tikkertje, stoepjeranden en voetbal. En de bankjes op dat plein, die door de moeders benut werden bij het matten kloppen. En het dubbele trappetje naar de van Tienhovengracht, waarlangs een fietshelling liep waar je heerlijk op de rolschaats vanaf kon roetsjen. De uitbouw aan het bruggenhoofd van de brug over die gracht naar de Fokstraat: een heerlijke plek om je te verstoppen. En later de spoordijk achter de Kramergracht, toen nog een kaal talud, waar je als jochie allerlei avonturen kon beleven.
Maandag wasdag, Woensdag gehaktdag en op Vrijdag onvermijdelijk vis! Zondagsrust met het kenmerkend schoengeklak van kerkgangers. Losse melk aan de deur, de olieman en de aardappelboer met navelsinaasappels: mooie herinneringen.