Later deed ik warenonderzoek en maakte ik reclamecampagnes (o.a. met Fiep Westendorp van Jip en Janneke) voor het Nederlands Zuivelbureau (kaas). Ik werkte voor Frico (de slagzin 'Niet vergeten, Frico eten', is niet van mij – die is opgeweld in iemand anders - ik kon hem niet tegenhouden). Ook bedacht ik campagnes voor Uniekaas. En Tromp had echt lekkere kaas.
Ik hoefde om dat te weten, nooit te proeven: ik kon het zien aan de kleur, de consistentie, de indroging. In ’80 deed ik mee aan een dag die Frico voor kaaswinkelpersoneel gaf in Motel Woerden. De middag was gereserveerd voor een cursus kaasverkopen, die ik had geschreven: het maken van kaas, de soorten kaas die er waren, het opslaan in de winkel van de kazen, het eventuele verband tussen leeftijd van klanten en kaas, het laten proeven, het snijden van de kaas in een plak of een stuk, enzovoort. Daarna was er een kwis over de cursus en iedereen kreeg een diploma om in de winkel op te hangen. En tenslotte was er een drankje uiteraard met kaas.
Tromp was er ook. Zo leerde ik hem kennen. Ik was enkele dagen later op de markt van Plein ’40-‘45. De herfstmiddag werd al van schemer en de lampen in de kaaskraam van Tromp waren aan. Ik vroeg een stuk kaas aan een van de meisjes die achter de kazen stond. Een plat stuk, benadrukte ik.
Ze pakte de kaas die ik wilde en zette het mes erop. "Zo?", vroeg ze. Het was een grote punt en daar houd ik niet van: teveel korst en bij die korst zit teveel indroging. Dus ik protesteerde: ik had een plat stuk had gevraagd. Plat.
Ze keek me gebogen over het brede mes aan. En ze mompelde bijna vinnig dat ze net op een cursus was geweest en dat ze daar geleerd had dat je kaas nooit plat moest snijden. Ik dacht: nee, dan blijft er uiteindelijk teveel korst over, en dat is geldverspilling voor de winkelier. En ik zei: "nou, dan niet."
Ik liep weg, maar draaide me nog even om en zei: "die cursus heb ik zelf geschreven."
Tromp kon er later best om lachen.
Karel N.L. Grazell
Amsterdams Stadsdeeldichter Zuideramstel