Van de Pijp naar Nieuw-West
In 1951, op vijfjarige leeftijd, verhuisde Ton met zijn ouders, drie broers en zus naar ‘Nieuw-West’, zoals ook Bos en Lommer toen werd genoemd. Het gezin kon de gloednieuwe vijfkamerwoning krijgen, omdat vader een medische indicatie had. De nieuwe buurt was een verademing, vertelt Ton: ‘Ik ben geboren in de Pijp, onder de rook van Heineken. Het eerste wat ik rook was bier. Bos en Lommer was licht, lucht en ruimte en we hadden een eigen badkamer met een douche en twee kranen!’
Ton is een nakomertje en was na de verhuizing net te jong om naar de lagere school te gaan. ‘Ik kon dus een jaar lang heel veel buitenspelen. Daar was alle ruimte voor. Dat was in de Pijp wel anders. Daar mocht ik de stoep niet af’, vertelt hij. Er woonden veel andere gezinnen met jonge kinderen in de buurt. Vanzelfsprekend ging Tons gezin veel met de buren om: ‘Natuurlijk kende je iedereen.’ Ton speelde veel aan de Erasmusgracht, die toen het Kattegat werd genoemd. De huidige gracht was nog een slootje met veel riet eromheen. Ton vertelt: ‘Samen met buurjongens bouwden we met bouwhout vlotjes om het water op te gaan. Dat hout moesten we stelen, van de bouwplaatsen in de buurt.’
De ‘vinger Gods’
Ton ging naar de lagere school in de Robert Scottbuurt. Daar stond een Finse noodschool van hout. ‘Ik zat met 40 kinderen in de klas. Het was de tijd van de geboortegolf’, vertelt hij. Dat het schoolgebouw wat te wensen over liet, bleek tijdens een gebeurtenis die Ton zich nog goed herinnert: ‘Toen het op een gegeven moment hard stormde, is het dak van onze school gewaaid.’ Ook de Sint-Josephkerk, waar het katholieke gezin Poot naartoe ging, stond in de Robert Scottbuurt. ‘Nu is dat geen kerk meer. In 1990 werd het een klimhal’, zegt Ton. De bekende Kolenkit- of Wederopstandingskerk, waaraan de buurt zijn naam dankt, bezocht het gezin nooit. Ton: ‘Dat was een protestantse kerk, dus wij bemoeiden ons er niet mee. Die kerk was van de vijand. Iedereen moest eigenlijk katholiek worden.’ Ton kent de Kolenkitkerk als de ‘vinger Gods’: ‘In het begin werd het zo uitgelegd: het schip was de hand, de toren was de vinger Gods die omhoog wijst naar de hemel en het huis van de dominee was de duim.’
Lees ook deel 2.