De entree van het openlucht zwembad werd steeds mooier, maar ook binnen de hekken veranderde er van alles. Er kwamen loopbruggen naar de eilandjes. Eén van die eilandjes was voor naaktrecreatie, een prikkeling voor “geoefende?" jonge zwemmers en er kwam een soort wandelpromenade over de hele breedte van het met lijnen afgezette natuurzwembad. Er kwam een pierebadje voor de kleintjes met een olifant, uit zijn slurf kwam water en…nog weer later kwamen er trampolines! Ik weet niet meer of het toen in de avonduren open was of dat we naar binnen mochten van iemand die daar toezicht hield maar ik ben daar “één zomer lang" met jongens en meisjes uit onze buurt geweest. Zover ik me herinner was ik toen een jaar of zestien./zeventien. De stoere jongens sprongen “zo hoog mogelijk" op de trampoline en wij meisjes stonden een beetje melig te doen. Uit verveling besloten we op een keer de schoenen van de jongens, die aan het trampoline springen waren, mee te nemen naar de uitgang.
Zo gezegd, zo gedaan. Daar had ik dezelfde avond nog spijt van. Ik kon helaas niet zo hard rennen als de anderen en werd buiten het zwembad door de jongens ingehaald en in de sloot geduwd. Stinkend naar het slootwater en groen van het kroos kwam ik thuis! Dat was schrikken, dit gebeurde me geen tweede keer, deze puber had haar lesje wel geleerd! Op een andere avond gebeurde het dat één van de jongens niet op de mat van de trampoline neerkwam maar met zijn benen tussen de veren. Zover ik weet is hij er met kleerscheuren en schaafwonden vanaf gekomen.
Er volgde een periode van veranderingen, nieuwe werkkring, nieuwe vriendenkring, het ontdekken van de Hollandse stranden en ook die van Italië . Even een tijdje geen Strandbadwant ik ontdekte dat er nog veel meer leuke plekjes waren rondom de Sloterplas.
In de lente van 1969 verliet ik het veilige nest van mijn ouders. Ik ging met man en kind mijn eigen nestje bouwen in een tweekamer woninkje in de Jordaan waarvan de huur ook toen al een lachertje was, namelijk f 39,75 per maand. We woonden leuk in de Jordaan maar ik miste de ruimte en was dus heel vaak bij mijn ouders, die allang blij waren als we kwamen. Van voor- tot najaar en op mooie winterdagen wandelde ik trots met kind in de kinderwagen via Westerstraat, Jan van Galenstraat, Burgemeester Röellstraat en zo verder naar mijn ouders.
Vaak wandelde ik weer terug, zoniet dan liep mijn moeder met me mee naar de eindhalte van lijn 13 (nu eindhalte lijn 7 bij het Sloterparkbad) en hielp mij met de kinderwagen de tram in.
Sindsdien was ik zomers bij ‘t kinderbadje met fontein te vinden, niet meer met vriendinnen maar met m’n gezinnetje en dat van mijn zus. Het was een hele verandering maar ik genoot. Terwijl de mannen gezellig kletsend een oogje in het zeil hielden als de kleine lag te slapen, ging ik met mijn zus en haar dochtertje het met (rode) paaltjes en scheidingslijnen afgezette water van de Sloterplas in. Vooral met de rubberboot of met een luchtmatras in het water hadden we de grootste pret maar we moesten wel opletten dat we niet voorbij de paaltjes gingen
Waterpret met de rubberboot in de sloterplas.
Foto: 1969, collectie: Anita Florijn
Door gezinsuitbreiding werd de 2-kamerwoning te klein en toen we twee jaar later een 4-kamerwoning in de Mercatorbuurt konden huren was het besluit snel genomen.
Terug in West, lekker dicht bij mijn ouders en mijn zuster maar ook dichter bij de Sloterplas. Ik heb wat afgewandeld (en gefietst) in Slotermeer en rond de Sloterplas. We waren nog steeds veel bij mijn ouders want daar konden de kinderen lekker in de tuin of in het hof spelen. Maar…zo gauw de zomer aanbrak zagen mijn ouders ons een stuk minder want dan waren we in of rondom de Sloterplas te vinden. Vaak picknickten we op het veld tussen Oostoever en Johan Huizingalaan in; daar waar kunst werd neergezet in de jaren zestig.
Ik bedoel dat grote ijzeren kunstwerk wat door menig kind, puber en jong volwassene beklommen werd en waar menige bruidsreportage gemaakt is.
Gepubliceerd: 9 september 2006