Er woonden en werkten toen nog veel mensen die zich al vanaf voor de oorlog in de wijk gevestigd hadden en vele jaren aaneen een vast bestand van bewoners vormden.
Toen mijn ouders de woning in 1939 betrokken was het een betrekkelijk ‘dure’ buurt, de huur bedroeg Fl. 30.- in de maand terwijl in de aangrenzende Zeilstraat en de wat volkse Schinkelbuurt de huren vele guldens lager waren. Maar er was comfort: een elektrische deuropener, licht in het portiek en zelfs een badkamer met bad en geiser.
Er vestigden zich in die tijd mensen met de toen iets beter betaalde banen, vaak ambtenaren in dienst van de gemeente zoals trampersoneel, agenten van politie e.d..
In de Leimuidenstraat met de wat ruimere woningen kwamen grotere, vaak katholieke gezinnen uit de provincie te wonen die je zondags gezamenlijk naar de Agneskerk aan de Amstelveenseweg kon zien wandelden.
Opgroeien in die buurt betekende dat je er ook naar school ging. Na de kleuterschool de Dotterbloem bij juffrouw Voortman aan de Legmeerstraat verlaten te hebben was er de keuze uit verschillende lagere scholen. Bekende scholen waren de Schinkelschool - waar ik leerling was- in de Hillegomstraat en de Hillegomschool in de Rietwijkerstraat.
Kenmerkend in de vijftiger jaren waren de door de geboortegolf overbevolkte klassen van 40 leerlingen of meer, bemand met een uit ouderen bestaand lerarenkorps, meesters en juffrouwen die in mijn kinderherinnering zo ongeveer de zeventig moesten naderen. Juffrouw Eling, het hoofd der school mijnheer Kamminga en meester Koolen waren namen uit die tijd.
De Hillegomschool had de naam iets vooruitstrevender te zijn en was naar het schijnt ook voorzien van een iets jonger lerarenkorps, maar lag twee gevaarlijke oversteek-plaatsen verder in de wijk.
Na schooltijd vormde de buurt ons speelterrein. De straten waren in de vijftiger jaren nog relatief rustig zodat er zonder veel gevaar van verkeer buiten gespeeld kon worden, langs de Westlandgracht met de daarachter en veel lager gelegen sloten en landerijen, later veranderd in de bekende 'zandlandjes", of in de grote speeltuin aan de Theophile de Bockstraat, die grensde aan de Sloterpolder die in mijn tijd al goeddeels door de tuinders verlaten was en waar de leegstaande schuren en tuindershuizen een ideaal speelterrein vormden. We schaatsten er op de sloten.
Dit is deel 1 van een prachtige beschrijving van de buurt door Ger de Lange. Komende weken verschijnen nog meer delen van dit verhaal. (Redactie)