Bij Wiggermans hadden ze altijd alles het eerst. Zo vormde zich een heus opstootje rond een groen wagentje. Dat stond opeens voor de deur geparkeerd in de tot dan nog geheel autovrije David Vosstraat. Zo’n Engels autootje, meen ik me te herinneren, met houtwerk aan de zijkant; een Morris waarschijnlijk. Oudere jongens keken deskundig door het zijraampje naar binnen en wisten meteen al hoe hard ie kon. Trots glunderend stond meneer Wiggermans ernaast, want hij was wel degelijk de eigenaar.
Bij Wiggermans waren ze ook de eerste met televisie. Op zaterdagmiddag verzamelden alle kinderen uit de buurt zich voor het scherm. Je had De Verrekijker, een heel vroege voorloper van het Jeugdjournaal, en tante Hannie, de omroepster die aan het eind van de uitzending uitbundig naar de kijkertjes zwaaide. Vaste prik was een serie die Kabouter Kandelaar heette en natuurlijk de eerste zwart-wit avonturen van Pipo de Clown.
De herkenninsmelodie van Pipo was voor een kleuter ingewikkeld: “Pipo de Clown en Mammeloe, maken samen van hun leven een heerlijk ratjetoe". Maar ik zong: “… maken samen van hun leven aan een koe". Mijn ouders, lang televisieloos, hebben zich geruime tijd afgevraagd wat die koe er in vredesnaam mee te maken had.
Een marionettenserie die zich in het Wilde Westen afspeelde heette meen ik Vier Veren Falls. Met veel duisternis, bliksem en poppen met lichtgevende ogen. Doodeng en heel gek, ik heb er later niemand meer over gehoord. Misschien was die serie wel zo eng dat er verder niemand naar mocht kijken.
Toch was het niet de auto of de televisie die op mij de meeste indruk maakte. Dat was de volière die meneer Wiggermans had. Hoe hij dat voor elkaar kreeg weet ik niet, want zó ruim was het allemaal niet op vier hoog, maar volgens mij was die volière met kanaries echt gigantisch.
Op een mooie dag mocht ik een vogeltje komen uitzoeken. Neem maar een mannetje, zo adviseerde Wiggermans, want die zingen mooi. Na korte tijd had hij een vogeltje te pakken. Die ging mee naar huis en in het nieuw aangeschafte kooitje. Na een week had mijn mannetjeskanarie een ei gelegd. En dat heeft ie zijn hele leven volgehouden. Onbevruchte eieren, leg na leg. En u raadt het al: gezongen heeft ie nooit. Nog geen enkele noot.
Gepubliceerd: 6 oktober 2006