"De berg gaat weg" lees ik in een berichtje ...
En ik reageer dat ik dan maar afscheid zal gaan nemen. Dat doe ik niet echt natuurlijk. Die berg is al zó lang niet meer dan een overwoekerde pukkel dat daar niks meer aan verloren gaat. Het bericht stimuleert me wel om weer naar Osdorp te gaan.
Ik kom er vaak. Met een vriend, met een vriendin of alleen. Hand in hand, gearmd of met mijn handen in mijn zakken. Om te laten zien waar ik ben geboren en opgegroeid en waar ik speelde en op school zat. Om gezamenlijke herinneringen op te halen, of om herinneringen te delen die de ander herkent uit de eigen jeugd daar. Om een beetje rond te slenteren en te winkelen.
Een aantal jaren geleden wist ik even niet hoe verder en toen ben ik naar onze straat en ons portiek gereden. Ben op het trapje gaan zitten met mijn rug tegen de muur en mijn voeten tegen het metalen hekwerk. En heb alle beelden die er in me opkwamen tot me door laten dringen. Dat heeft me erg geholpen. Automatisch ga je dan de buurt zien zoals het vroeger was.
De speeltuin bij Remijden, het grasveld daarvoor. De klimrekken bij Osdorperban en de tuin daarvoor. Het grijze brandpaaltje voor ons portiek. De kapper op de hoek van de Osdorperban. Kwak (wat eerst een kerkje was). Het basketbalveldje bij Klarenburg. De oude van dagen huisjes aan het Groenpad. De brug over de gracht. De tram vanaf Meer en Vaart naar Tussenmeer. De gracht. En vanaf ons balkon kon je ook altijd de berg zien. Daar waar nu dat roodbruine vierkante gebouw staat.
Tussen Remijden en de tuin van Osdorperban door kon mijn moeder ons vanaf het balkon op de berg zien spelen. En dat deden we vaak. Tenslotte was het een stuk ongerepte natuur tussen veelal aangelegde speelplaatsen. Natuurlijk gingen we iedere winter met de slee van die berg af. Zo vaak en met zoveel dat er onderaan een drempel ontstond waar je met slee en al op gelanceerd werd. Dan vloog je zo maar twee meter door de lucht. En in de zomer deden we dat met de fiets. Van de berg af crossen en dan hop over die drempel, schoot je de weg op, hard in de handremmen en terug weer naar boven klauteren. Als je dan van die kartonnetjes met knijpers aan je spaken had dan klonk dat ... Wow!
We konden ook struinen over die berg. Je vond er vanalles. Houtjes, takjes. Brandbaar materiaal waar je fikkie mee kon stoken (of zeiden we fikkie steken?) Dan haalden we bij Schateiland van die fakkels en deden we net of we sigaren rookten. Of we namen kleden mee en bouwden een tent. We hebben wat af gespeeld daar op die berg.
Vandaag zet ik mijn auto op Hooge Venne en loop dan naar ons portiek aan de Notweg. Ik weet al dat de berg vanaf daar niet meer te zien is en maak er een foto van. Dan loop ik Remijden af en zie dat de overwoekerde pukkel er nog wel is. En opeens doet het me iets. De plek waar we speelden en plezier hadden en die iedereen ook kent, zo afgetakeld te zien. Triest. Haal hem dan ook maar helemaal weg!
Ik maak er nog een plaatje van en loop dan via Remijden en Bullepad naar Hoekenes en ga Tussenmeer op. Beetje winkelen op Osdorpplein is altijd leuk. Er zijn weliswaar dezelfde winkels als waar ik nu woon. Maar toch hebben die in Osdorp een wat uitgebreider assortiment.
Terug ga ik over het bruggetje Groenpad op voor nog een laatste foto vanaf die kant. Er lijkt een paadje naar boven te lopen en ik twijfel of ik zal gaan. Nog één keer de berg op?
Maar het is niet meer de berg. Dus ik draai me om en loop via Groenpad en Notweg terug naar mijn auto.
Dag Berg! Je hebt ons heel veel speelplezier gegeven.