De melkboer en de bakker kwamen aan de deur, men paste op elkaars kinderen en het was gebruikelijk te stoppen met werken als je ging trouwen (voor vrouwen). Hedda werkte 3 maanden door tot ze merkte dat ze zwanger was, waarna ze haar werk als secretaresse voor meestal buitenlandse directies pas in 1976 weer hervatte.
"De enige supermarkt was de COOP" op loopafstand, de Sloterplas leek op de duinen met het water erachter en als je extra dingen wilde kopen moest je toch echt de stad in".
Hedda's gezicht wordt iets ernstiger als ze vertelt dat in die tijd de man de baas was en de vrouw huishoudgeld kreeg waarvan de hoogte door de man bepaald werd.
"In die tijd waren mensen bescheiden". Ze vertelt dat het gewoon was om zelfgemaakte kleding te dragen. "Ik wilde eens een couponnetje van 6 gulden om een envelop-jurkje te maken dat toen in de mode was, maar mijn man hield de hand op de knip". Gelukkig dat de vader van Hedda haar weer deed lachen toen hij haar maar liefst 25 gulden gaf, een enorm bedrag in die tijd.
De anekdotes vliegen je om de oren, evenals levenswijsheden en filosofische kwinkslagen. Met gratie draagt Hedda een Frans gedicht voor. Hier is een vrouw van 73 jaar aan het woord, vol levenservaring. "Jong van hart zijn heeft niets met biologische leeftijd te maken".
Op de vraag hoe ze tegenover de stadsvernieuwing staat benadrukt ze dat ze zo vreselijk blij is met haar huidige woning. "Ik ben blij dat ik uit Osdorp weg ben want ik hou niet van volgepakte betonblokken."
Ze vind het wel een interessante tijd. "De vrouwen stellen nu hun eisen, ook als het op versieren aankomt. Vroeger moesten vrouwen de dingen aanvaarden, nu niet meer. Ik betreur alleen wel dat er nu grote blokken huizen aan elkaar geregen staan en dat zoveel groen opgeofferd wordt aan de woningbouw. Daarbij zijn er ook zoveel kantoren en panden die niet gebruikt worden".
Hedda constateert ook dat er taalverarming aan de gang is. "Hoe kan iemand veel woorden kennen als het enige boek thuis het telefoonboek is?" Ze overdrijft expres om het belang van synoniemen te kennen te onderstrepen.
Om gezond te blijven bidt en mediteert ze en de rest laat ze los. Hedda's Katholieke geloof weerhoudt haar niet om ook de leer van het Soefisme en het Hindoeïsme toe te passen en vooral bewust te leven.
Een broodje krab-salade verschijnt op tafel. Het is tijd om de hond uit te laten.
"De 1e helft van je leven bestaat uit: waar sta ik/wie ben ik/wat heb ik en wat wil ik, de 2e helft gaat om: wat kan ik geven? Bezit en geleerdheid is dan niet meer belangrijk en de noodzaak jezelf op de borst te slaan bestaat niet meer!"
“Wat kan ik geven?”
Hedda van Rozelaar woonde sinds 1959 maar liefst 39 jaar in Meer en Vaart.
De ene helft van de portiekwoningen bestond uit Indische-Nederlanders en de andere helft uit Hollanders. Hedda van Rozelaar verwijst naar de zwart-wit foto uit 1960. De locatie is Osdorp, Meer en Vaart, waar ze sinds 1959 maar liefst 39 jaar woonde.
901 keer bekeken