Mevrouw Carpentier woonde sinds 1955 in de Vingboonstraat, dankzij het werk van haar man. In de oorlog had zij in Baarn gewoond, daarna in Amsterdam-Oost aan de zijkant van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Ze kreeg er twee kinderen. Haar zoontje was nog geen jaar en haar dochtertje zes toen ze in hun nieuwe woning met tuin introkken. Wat een ruimte. Ze vergeet nooit dat de kleine Thea zo blij was met een kamer voor haar alleen dat ze eens van tafel wegliep terwijl ze riep: “Ik vind er niks aan, ik ga wel naar mijn eigen kamer!
51 jaar hebben ze daar gewoond, toen is ze hier terechtgekomen.
Mevrouw Carpentier zat al in de bewonerscommissie. Tijdens de Brinkmanperiode en de sloop van het vorige verzorgingshuis heeft ze actie gevoerd waarna zij het vrijwilligerswerk inrolde. Dit huis bestaat nu al 12½ jaar. “De mensen en het gebouw kende ik al en je blijft in je eigen buurt.” Ze herinnert zich nog een pyromaan die elke keer weer huizen in de brand stak, de buurtkinderen vonden dat spannend. Ze laat foto’s zien van haar man en het hondje waar ze allebei dol op waren en dat op straat werd doodgereden.
Mevrouw Carpentier is al ruim zestien jaar weduwe maar mevrouw Van Gelder kwam hier nog met haar echtgenoot. Zij vindt het fijn als mensen die haar man gekend hebben, iets aardigs over hem zeggen, al blijft natuurlijk het gemis. Maar de huishoudelijke verzorging is heel goed geregeld met vriendelijke, beschaafde meisjes.
De dames tonen nog steeds belangstelling voor wat er in de wijk gebeurt en hebben ook het DOC in de Goeman Borgesiusstraat bezocht toen jonge kinderen daar iets opvoerden.
Mevrouw Carpentier weet niet zoveel van internet maar schrijft wel leuke stukjes voor het bulletin van Nieuw Geuzenveld. Wie weet wat we nog mogen verwachten van deze lieve vriendinnen in de toekomst? In elk geval leuke, humoristische stukjes want de dames zijn niet ten onrechte ‘Vrolijke Noten’ genoemd, een voorbeeld van levenskunst voor veel senioren.
Lees ook deel 2 van dit dubbelportret.
Gepubliceerd: 11 september 2007