Inmiddels heeft hij al lang niet meer de longen en het uithoudingsvermogen van vroeger jaren. Maar toen hij nog ergens in de dertig was, lag hij uren in het water. Dan was het zomers zwemmen in het Noord Hollands Kanaal of dichter bij huis, in de Sloterplas. Zo ook die keer in de jaren vijftig. Het was weer bloedheet en de mussen vielen bij wijze van spreken dood van het dak. "Ik zocht een beetje verkoeling en dan is de Sloterplas vanuit de Jaques Perkenstraat verreweg de beste optie. Na een paar flinke slagen was ik al een behoorlijk eind van de oever en dus besloot ik het meer maar helemaal over te zwemmen."
Wat meneer van den Hoek zich niet realiseerde, was dat de plas in het midden zo’n veertig meer diep is. Het is daar namelijk helemaal uitgegraven. En dus kwam hij plots in ijskoud water terecht. Kramp in de benen was het logische gevolg. "Daar lag ik dan, halverwege het meer. Ik kon kiezen: terugzwemmen of door naar de overkant. Dan maar het laatste. Op mijn rug wel te verstaan, want anders deed het te veel zeer. En zo voelde ik pas bijna een uur later - vermoeid maar voldaan - weer grond onder mijn voeten." Op de vraag of ie toen door zijn vrouw werd opgewacht antwoordt van den Hoek: "bent u mal, ik mocht gewoon teruglopen, dat hele eind om die plas!"
Kramp halverwege de Sloterplas
Meneer van den Hoek (84) weet het nog goed. Hij was halverwege de plas en kreeg kramp.
3243 keer bekeken