Deze woningen van ‘Het Oosten’ hadden een beetje een kazerne-achtige uitstraling. Ze hebben er naar Amsterdamse begrippen niet lang gestaan. Hoogstens 50 of 55 jaar. We kwamen van één grote verbouwde kamer, zonder douche, uit de grachtengordel hier wonen.
Na maandenlang geneuzel van het CBH (Centraal Bureau Huisvesting). Het CBH vond dat we eigenlijk één kamer te veel hadden. De toewijzingsdatum lag twee weken voor de geboorte van ons tweede kindje. Ze hadden de euvele moed om te opperen dat het misschien wel dood geboren zou kunnen worden. In dat geval zouden we een kamer te veel krijgen! Mijn vrouw zei toen dat ze daar maar niet van uit moesten gaan, want ze stond op springen, de baby wou er uit! En zo gebeurde het ook. Maar jammer genoeg niet in de hal van het CBH maar gewoon in het Annapaviljoen. Als ik er aan denk krijgt mijn vrouw alsnog spontane weeën. Ambtenaren, grrr?!?!
Het was of we van de hel in de hemel kwamen. Eindelijk konden we onder onze eigen douche staan. Dit was het einde van onze badhuis-periode en het badderen in mijn ouderlijk huis. De kinderen konden lekker in het lavet. Ze gingen naar de kleuterschool ‘Paulineke’ in de Hertingenstraat 61. De zandbak was in de straat vlak voor de deur met banken voor de ouders. Daar werd zomers druk gebruik van gemaakt. Onze oudste heeft nog een jaar op de Paulusschool aan de wolbrantskerkweg gezeten.
De Pauluskerk stond en staat nog op de hoek van de Pieter Calandlaan. Ja, zelfs een zwembad, het Akerbad, bevond zich in de buurt aan de Zuiderakerweg. En natuurlijk de winkels op Tussenmeer en het Osdorpplein. Al met al een heel gezellig buurtje. Met de buren konden we het ook heel goed vinden. Een oppas woonde altijd vlakbij in hetzelfde trappenhuis. We pasten op elkaars kinderen of het de gewoonste zaak van de wereld was.
Het was een mooie onbezorgde tijd daar in Osdorp.
gepubliceerd: 17 februari 2008