Op een gegeven moment werd ik door de wachtcommandant van de “Lodewijk” naar de Frederik v. Dorpstraat gestuurd waar op de hoek met de Jacob Cabeliaustraat een of ander particulier bij een gestolen auto zou staan. Tot mijn grote verrassing trof ik daar de mij welbekende Geuzenvelder Martin M. aan. Nu wist ik dat Martin niet vies was om met een auto, niet zijnde zijn eigendom, een stukje te gaan rijden. “Deze auto is gestolen meneer” zei hij en wees daarbij op een Fiat 850. Ik zeg “hoe weet jij dat”, “Nou ik heb gezien dat de auto hier neergezet is en dat de jongens hard weg renden”. De portieren van de Fiat waren echter aan alle kanten gesloten. Nadat ik dat tegen M. gezegd had vertelde hij dat deze heel simpel waren te openen. Ik vraag “hoe moet dat dan Martin?”, “Ja” zegt hij “ik kijk wel uit, dan heb ik met mijn vingers aan de auto gezeten en draai ik er voor op”.
Nadat ik de auto had opgevraagd bij het HB (hoofdbureau), bleek inderdaad dat de wagen als gestolen stond gesignaleerd. Toen heb ik Martin toch maar even uitgenodigd in mijn auto als passagier mee te rijden naar het bureau voor een goed gesprek. Daar heb ik een kort maar indringend praatje met hem gevoerd en kwam de aap al snel uit de mouw. Martin had zelf de auto opengebroken en daarmee rond gereden. We zijn toen daarna nog even een ritje wezen maken en heeft hij me, naar ik meen, nog twaalf Fiatjes 850 aangewezen waarmee hij gereden had zonder toestemming van de eigenaar. De meeste wagens werden aangetroffen op of in de directe omgeving van het Osdorpplein. Omdat de zaak hierdoor te gecompliceerd was geworden werd Martin overgedragen aan de afdeling autodiefstallen aan het Hoofdbureau. Naar ik later hoorde, zijn door de aanhouding van Martin een groot aantal auto diefstallen in den lande (en later bleek ook daarbuiten) opgelost. En dan moet men rekenen in honderden meestens fiatjes 850.
Later ben ik Martin nog verschillende keren tegengekomen maar hij heeft nooit een onvriendelijk woord tegen mij gericht. Integendeel, ook tegen mijn kinderen was hij altijd uiterst vriendelijk en voorkomend.
De laatste keer dat ik hem gezien heb is alweer een hele tijd geleden, hij stond toen op het bordes van een woning aan de Vondelstraat tijdens de krakersrellen (’80) naar later bleek als een van de key figuren in de kragersbeweging.
Volgens zeggen leeft hij niet meer, maar dat kan ik niet bevestigen.
Een markant figuur was hij zeker en ach … echt slecht was hij niet.
Gepubliceerd: 7 juli 2008
Lees ook de andere verhalen van deze diender