Slakkentuin

1 Fan

Onderstaande tekst is een reactie op het stukje op deze website "Schooltuinen Slotermeer" (Sjef Szarzynski). Geen idee of hij de betreffende tuinmeneer was, overigens.

Rykel I Foto van Heesterslak/Arianta arbustorum

Rykel I Foto van Heesterslak/Arianta arbustorum

Alle rechten voorbehouden

De Heesterslak is de meesterslak. Voor mij in elk geval. Toen we opgroeiden in de Amsterdamse tuinsteden gingen we met de lagere school 'op schooltuin'. Lange drommen kwebbelende kindertjes in kleurige jasjes liepen naar de tuintjes. Waar die lagen weet ik niet meer, want er staan overal huizen. Ergens bij de Pieter Calandlaan en een dijksegment van de Ringspoordijk? Bij de tuintjes lag een barak, met binnenin allemaal 'schatten'. Stukken boombast, stenen, opgezette dieren, terraria, aquaria, planten, braakballen, vogelveren. En schooltuinmeneren of -meesters. Die vertelden over tuinieren en alles in en om de tuin. Over vogels, egeltjes, muizen enzovoorts en ook over slakken. Op een gegeven moment liet de meester een paar slakkenhuisjes rondgaan. Groot, glanzend, chocoladebruin met lichtgele en donkere spikkeltjes en over het midden een donkerpaarsbruine kleurband. Echte juweeltjes, glimmend en glad (van de vele kinderhandjes?). En onweerstaanbaar voor een jochie dat toch al zo gefascineerd was door glimmende kastanjes. Bij het naar buiten gaan heb ik er een uit de schaal gepikt. De hele tijd in de tuin verwachtte ik een hand in mijn nek. Ná schooltijd hield ik het niet meer, ging op mijn fietsje terug en rammelde aan het hek. Aan de tuinmeester biechtte ik alles op. "Oho, kom jij maar eens mee". Hij nam me mee naar de hoek van de tuin, duwde riet en takken opzij en daar zag ik ze: zómaar in het wild kruipende heesterslakken! Er lagen ook veel lege huisjes. "Raap maar op, ze hebben ze toch niet meer nodig". Zo leerde ik dat tuinmeesters niet allemaal eigendomsrecht op de natuur claimen. Én dat je door je ogen goed de kost te geven de mooiste dingen zómaar kunt vinden.
Die band met de heesterslak gaat nooit meer weg. En dat hoeft ook niet. Zolang er ruigere terreintjes blijven en bosachtige parkjes, blijven de heesterslakken in Amsterdam. Bij de Sloterplas, Amsterdamse bos, langs het IJsselmeer en het Noordzeekanaal, bij Schiphol, op dichter begroeide dijksegmenten en wegbermen, overal kunnen ze zitten. En de huisjes zijn nog steeds even mooi. Ze zijn vanwege hun grootte (tot 23 mm) alleen te verwarren met de tuinslak en de Segrijnslak, al wordt de laatste nóg groter. De tuinslak is veel bonter gekleurd, heeft vaker meerdere strepen en niet zo'n mooie ronde, wittige mondopening. En bovenal ontbreekt het spikkeltjespatroon.
Ze liggen hier voor me, in een schaaltje, tussen de kastanjes.

De tekst is geschreven door Rykel de Bruyne en gepubliceerd in het in 2001 verschenen boek: "Van Nonnetje tot Tonnetje. De recente en fossiele weekdieren (slakken en schelpen) van Amsterdam". R.H. De Bruyne & C.M. Neckheim (eds.). Schuyt & Co, Haarlem. 207 pp. geïllustreerd. ISBN: 90 6097 565 0.

Alle rechten voorbehouden

514 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Rykel II De kaft van Rykel Bruyne's boek De kaft van het boek van De Bruyne en Neckheim.

Rykel II De kaft van Rykel Bruyne's boek De kaft van het boek van De Bruyne en Neckheim.

Alle rechten voorbehouden

2 reacties

Voeg je reactie toe
Hans Spring

mooi boek

We hebben het boek; het is zeer aan te raden. Nooit geweten hoe leuk slakken en mossels zijn.

Bezoeker

slakken

ik vind slakken heel lief!