‘Het Geheugen van Bos en Lommer’

Auteur: JHvZ iso 22111950 Jan van Zijp
7 Fans
Bos en Lommer

Tussen december 2006 en de zomer van 2008 ging Shirley Brandeis regelmatig op bezoek bij bewoners van Bos en Lommer. Er werd gepraat over de wijk. Hoe die er vroeger uitzag, hoe de mensen er – veelal naar tevredenheid - hebben gewoond en hoe het er is veranderd. Al deze verhalen zijn gebundeld in het boekje ‘Het Geheugen van Bos en Lommer’.

Hieronder één van de 24 verhalen.

Vertelster: Jeanne van Kleef-Meijer

.

De warmte van toen

.

De woningen in de Orteliusstraat waren begin jaren vijftig voor de beter gesitueerden. Dat Jeanne van Kleef daar terecht kon, vond ze dus prachtig. Ze kreeg er een schitterende woning met veel slaapkamers. Haar man maakte stapelbedden voor de kinderen. Zeven kreeg ze er in totaal. Vreemd, want na als tweede moeder gefungeerd te hebben in het gezin van twaalf waarin zij opgroeide, bezwoer ze zelf niet meer dan drie of hoogstens vier kinderen te wensen. Toch maakt het hoge kindertal haar niet minder progressief. Ze ging naar school – “Dat wilde mijn vader per se” – en heeft altijd gewerkt. “In koffie drinken met de buren had ik geen zin.” Achterom kijkend stelt Jeanne van Kleef-Meijer (1918) dat ze als een razende door het leven is gehold. De werkende moeder breide zelf, naaide zelf, organiseerde voor elk kind het mooiste verjaardagspartijtje, schreef haar levensverhaal gaandeweg op, liet het onlangs uitgeven (in een oplage van negen, voor elk familielid een) en won menig prijs met haar schrijfsels. “Ik ben geen schrijfster, hoor. Ik schrijf op,” zegt ze.

Sinds 1952 woonde ze in de Orteliusstraat. De deur stond altijd open in die tijd en het uitzicht werd gekenmerkt door weilanden. “Wat je nu ziet, dat was er allemaal niet. Tot ver weg was er gewoon niks. Alleen maar land. Ik kan het me nu nog nauwelijks voorstellen.” In de straat waren wat winkeltjes. Een sigarenman waar je kon telefoneren, er was een groentezaak, een bakker op de hoek en verderop een winkel die van alles verkocht, onder andere veters en kopjes. Inmiddels is ze naar het Bos en Lommerplantsoen verhuisd. Op een steenworpafstand van haar vorige woning, dus de buurt herinnert haar nog dikwijls aan de jaren van weleer. De kinderen konden er heerlijk spelen op het land, vertelt ze, al vierde de familie van Kleef alle zomervakanties aan zee in Groet. Ze herinnert zich het geroep van de moeders op de veranda’s om de kinderen - modderig en wel - thuis te krijgen. Ze speelden op de bouwplaats waar later het GAK-gebouw is gebouwd. Nu heeft ze uitzicht op dit immense, karakteristieke gebouw. Lelijk, zo oordeelt de visite. Jeanne van Kleef schudt haar hoofd. “Het zonlicht weerspiegelt er soms zo mooi in. Dan is het net een schilderij.” Ze is een optimist. “Wat heb ik eraan als ik denk: rotgebouw.” Ook de verandering van de bevolking ziet ze alleen van de positieve kant. “Alles mengt zich nu. We gaan naar een wereldburgerschap.” Ze snapt de schok voor sommigen wel. Hele gezinnen kwamen indertijd in groten getale naar Bos en Lommer. Maar: “Dat hebben we zelf gedaan. Ze hebben ons niet veroverd, hoor.” Ze was en is strijdbaar. “Als ze negatief praten over allochtonen, dan ga ik daar pittig tegen in. Mensen zijn voor mij mensen.” En wat is er nu eigenlijk veranderd? Vroeger liepen de nonnetjes van de katholieke Julianaschool – de huidige Fatimaschool – over straat. “Ik ben niet katholiek, maar dat vond ik zo’n mooi gezicht, als ze mediterend over dat schoolplein liepen.” Later werd dat straatbeeld vervangen door de vrouwen met hoofddoeken. Eerst liepen ze nog achter hun man, maar dat gedrag ging snel voorbij, zag ze. Of vroeger alles beter was? Ze schudt haar hoofd. “Niet beter, wel veiliger.” Beter zijn de woningen. “Dit is rijkdom,” zegt ze met een rondgaande blik in haar huiskamer. De moderne tijd; ze gaat erin mee. Dat er om haar heen veel nieuw wordt gebouwd begrijpt ze, beter gezegd dat aanvaardt ze. “Er moet nu eenmaal veranderd worden.” Ze mist in haar woning met cv alleen de kolenkachel. “We hadden vroeger in de voorkamer een haard en achter een kolenkachel. Met die cv van nu is het of te warm of te koud. Ik mis het aanmaken van de kolenkachel vroeg in de ochtend, het wiegen van de baby ’s nachts bij de haard, het knapperende geluid en die roodgloeiende kooltjes. Ik mis de warmte van toen.”

Auteur: Shirley Brandeis

Lees over Ome Hannes, de koning der Hamsteraars die eind 2007 op hoge leeftijd overleed (maar dus nog net op tijd is geïnterviewd). Over de geur van berlinerbollen, waar Mies Heins zo smakelijk over vertelt. Over de kwajongensstreken van Bart Spek in ‘het Koperen Knopenblok’ en over ‘het praathuis oftewel de schoenmakerij van Kees en Margreet Kromwijk.

De verhalen gaan over het vakantiegevoel die de bewoners van deze nieuwe buurt in de jaren vijftig voelden toen ze er kwamen wonen. Maar ook over de jaren dertig, de oorlog en al die decennia erna – tot aan de jaren tachtig – vertellen huidige en vroegere bewoners over hoe zij de buurt hebben beleefd. Fotograaf Arno Tijnagel maakte er portretten van deze mensen bij. Kiekjes uit hun privéalbums maken het boekje compleet.

‘Het Geheugen van Bos en Lommer’ is voor € 12,50 te koop bij www.uitgeverijdemilliano.nl en in de boekwinkel (o.a. bij Omta aan de Bos en Lommerweg). ISBN 9 789072 810540.

Alle rechten voorbehouden

1869 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe