Community Playground
Op bouwspeelplaats ’t Landje speelt inmiddels de tweede generatie. Piet de Bake - betrokken sinds de oprichting 37 jaar geleden - vertelt over vroeger, nu en de toekomst. Een Community Playground moet het worden, in het Rembrandtpark. Een avonturenspeelplaats, inclusief ’t Landje.
Baas met rechterhanden
De baas van ’t Landje wordt ie genoemd. Maar Piet de Bake deelt zijn roem graag met zijn rechterhanden: mannen als Jamal, Robert en Pascal, die als kleine jongen al naar speelplaats ’t Landje in het bosrijke Rembrandtpark kwamen. Jamal woont sinds drie jaar op ’t Landje zelf. Hij beheert en bewaakt de plek waar hij als jongen zo dol op was. “Het was één groot avontuur hier,” droomt hij weg naar vroeger.
Opa
Een jongensdroom die uitkomt. Zo moet het zijn om op je favoriete plek uit je jeugd te kunnen werken. De Bake weet er alles van. Hij was in Oost niet weg te slaan bij Jongensland. Later leerde hij na het lager beroepsonderwijs door tot aan het hogere om als sociaal-cultureel werker ook zíjn jongensdroom werkelijkheid te laten worden. Inmiddels is hij 58 jaar en werkt hij tweederde van zijn leven op ’t Landje. Lachend: “Vroeger was ik een vaderfiguur voor die jongens. Nu meer een opa.” De jongens van de jaren zeventig en tachtig komen nu met hún kinderen naar ’t Landje. De Bake glimlacht: “De boefjes van toen komen nu keurig getrouwd trots hun kindje tonen.”
Gordijntjes
’t Landje is zíjn kindje. Een kind met groeistuipen en een beloftevolle toekomst. In de bijna vier decennia is de speelplaats uitgegroeid naar meer dan alleen een plek om hutten te bouwen. Huisdieren hebben er onderdak – je kunt ze zelfs adopteren (“handig als een van de ouders allergisch is”) – en de ponyclub met manege heeft er inmiddels ook een plek. Peuterspeelzaal ’t Landje – door De Bake vijfentwintig jaar geleden opgericht en later door professionals overgenomen – is inmiddels ter ziele, maar met de pony’s is een nieuwe doelgroep aangeboord: de meisjes. Die overigens ook hutten kunnen bouwen. De Bake ziet in één oogopslag welke hutten door jongens en welke door meisjes zijn gemaakt. “De een heeft gordijntjes voor de ramen, de andere niet.” Jongenslandje, zoals het vroeger heette, is het nu niet meer. Alles komt samen bij ’t Landje. Jongens, meisjes, Marokkaans, Nederlands en alles wat daar tussenin zit. De jongste is zes, de oudste is veertien. Gemiddeld zeventig tot tachtig per dag. Op vakantiedagen ruim over de honderd. Want dan zijn er ook toernooien, creatieve middagen en uitjes – onder andere voor anderhalve euro naar Artis.
Fanatiek
‘Een veilige speel- en ontmoetingsplek waar de kinderen uit de buurt hun creativiteit vrij kunnen ontplooien.’ Zo luidt de doelstelling op papier en wie er eens rond kijkt, ziet het papieren doel werkelijkheid worden. Er wordt geknutseld, gespeeld, geaaid, gevaren en gebouwd. Dit laatste ook door ouders, die onder strikte voorwaarden mee mogen helpen. “Ze zijn soms te enthousiast,” vertelt Jamal. “Te fanatiek. Dus mogen ze hier alleen bouwen als hun kind met een hut bezig is. Alleen doorgaan, terwijl zoon- of dochterlief alweer iets anders is gaan doen, laten we niet meer toe.” En al is het aardig te merken dat de huidige generatie Marokkaanse vaders hier wél betrokken is bij hun kind, zijn ouders er eigenlijk niet nodig, want: ‘’t Landje heeft ook een pedagogische doelstelling’, staat zwart op wit. En dat betekent dat De Bake en collega’s erop toezien dat iedereen met respect met elkaar en de materialen omgaat. Pesten en ruzie maken zijn uit den boze. Dit alles in het kort door De Bake omschreven als: “Je geeft ze wat mee voor het leven.”
Goede formule
Piet de Bake is al meerdere malen in de media geroemd. In 2007 werd hij genomineerd voor ‘Amsterdammer van het Jaar’. Hij werd het net niet, maar met de nominatie en de aandacht is hij tevreden. Met de aandacht voor ’t Landje, benadrukt hij. Want daar gaat het hem om. Om de kinderen. Deze bescheidenheid staat recht tegenover zijn herhaaldelijke uitspraak: “’t Landje is een goede formule.” Maar na 37 jaar ziet iedereen dat dat zo is. Menig sociaal werker zal jaloers zijn op het contact dat De Bake en zijn jongens hebben met de jeugd. “Ons netwerk is groot. We kennen iedereen. De kinderen vertellen ons veel. En we hebben ook goede contacten met de scholen en de wijkagenten. Als er iets is, kunnen we elkaar helpen.”
Andere naam
Sinds twintig jaar heeft welzijnsinstelling Impuls ’t Landje onder haar vleugels. Het team van ‘t Landje ziet daar het voordeel wel van in. Immers, Impuls draagt ‘t Landje een warm hart toe. En ook krijgt Impuls veel geld van het stadsdeel. Maar datzelfde stadsdeel heeft plannen, waar ’t Landje en ook kinderboerderij Uylenburg gelukkig inpassen. De Bake denkt graag mee, want hij ziet dat wel zitten, dat grote avonturenparadijs - in de officiële stukken ‘Community Playground genoemd - dat men voor ogen heeft. “Ze moeten er alleen een andere naam voor verzinnen,” vindt hij. Kinderen met een goed idee voor een naam mogen zich bij hem melden. “Maken we er een wedstrijd van.”
Leuke jeugd
Er ligt een scala aan ideeën op de tafel van de wethouders van Slotervaart. Van een wildernisspeeltuin met klimrotsen en klimbomen tot een waterkabelbaan. Een deel van de financiering komt uit de Vogelaargelden. Ook Piet de Bake denkt mee, al steekt ie zijn energie liever in doen in plaats van vergaderen. Zijn ideeën voor in het park heeft hij aan het stadsdeel doorgegeven. “Een klimkasteel zou leuk zijn. Of een piratenboot. En ook horeca, zoals het theehuis in het Vondelpark, en graag met een pierenbadje en een fontein. Een ruiterpad van hier naar de kinderboerderij, lijkt me ook wel wat. En natuurlijk een schaatsbaan!” Ja, het moet iets groots worden; als het allemaal maar beheersbaar blijft én voor de kinderen uit de buurt, benadrukt hij. De Community Playground beschouwt hij als aanvulling op ’t Landje, dat behalve een flinke opknapbeurt, moet blijven zoals het is. “Deze formule is zo goed.” Ook Piet de Bake blijft. “Zolang ik gezond ben ga ik door.” Voor de kinderen. “Die moeten hier een leuke jeugd hebben.”
Tijdens de voorjaarsvakantie - 21 tot en met 28 februari – zijn er verschillende activiteiten. Zie www.impuls.nl voor meer informatie. ’t Landje is in die week van tien tot vijf uur geopend.