“Als deze muren konden praten…" zegt Collet vaak. Hij heeft veel herinneringen in zijn zevenkamerwoning in buurt 5. Een woning die een stuk ruimer was dan de woning in de Kattenburgbuurt. Het was 1954 dat de familie Collet met acht kinderen het huis in het verre westen betrok. Voor maar liefst 69 gulden per maand en dat was moeilijk op te brengen.
“Als deze muren konden praten… " Dan vertelden ze dat het wennen was voor de twaalfjarige Ferry, die gewend was aan gesloten bouwblokken waarbij je bij wijze van spreken zo kon zien wat de overburen aten. “Hier was het ruim, hier kon je spelen." Maar ook: “Ik was wel mijn vriendjes van Kattenburg kwijt. Daar speelden we allemaal buiten, terwijl de volwassenen op straat zaten te klaverjassen en iemand op de accordeon speelde." In het nieuwe stadsdeel was het stil. En leeg. Uitzicht op de weilanden, die al snel gevuld werden met zand en met nog meer huizen en winkels. Er is veel veranderd en er zal veel veranderen. Zijn huis wordt gesloopt in het kader van stedelijke vernieuwing. Collet blijft in zijn buurtje. “Ik vind het hier fijn wonen." Hij weet ook wat er speelt onder bewoners. Bij het Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid aan de Burgemeester van Leeuwenlaan houdt hij samen met vrijwillige collega’s van het SOS (Senioren Overleg Stedelijke Vernieuwing) elke week spreekuur over de bouw- en sloopactiviteiten in buurt 5 en Geuzenveld-Zuid.
“Als deze muren konden praten…" Dan vertelden ze over hoe het hele gezin rond de tafel zat en pinda’s dopte. Op de radio was een hoorspel. Vader maakte de vis schoon. Vader was een verenigingsmens. Hij stierf jong; een half jaar na de verhuizing naar de Westelijke Tuinsteden. Moeder werkte hard, terwijl alle kinderen in huis hun taak hadden. Dat vonden ze toen allemaal heel normaal. Het huis was hun paleis. Ferry en een van zijn zussen zijn nooit uit huis gegaan. “Ik vond het mijn plicht om nu voor mijn moeder te zorgen. Zij had zoveel voor ons gedaan. Moet ze dan alleen achterblijven?" Hij schudt zijn hoofd. Zijn moeder overleed op 88-jarige leeftijd.
“Als deze muren konden praten…" Dan vertelden ze dat Collet graag in zijn buurtje blijft. Toen de vele bossen bloemen op de vijftigste verjaardag van zijn verhuizing binnenkwamen, moest ie even slikken. “Je bent een kerel, hè. Maar toen moest ik toch wel een traantje laten."