Gezond
Elk jaar op 1 oktober zijn ze er weer: Marco van Tol en zijn vrouw Oxana en het zoete assortiment waarvoor de klanten zelfs van buiten Amsterdam langskomen. Uit Lelystad of Almere bijvoorbeeld, want de rumrozijnenbollen van Van Tol, zo proef je ze nergens. Grootmoeders recept, dat is het geheim van de appelflappen. “Ik ben denk ik de enige in Amsterdam die zelf z'n appelflappen maakt.” En neem de plantaardige olie. “Die maken onze bollen lekker luchtig.” Vers zijn ze altijd. “Ik verkoop liever nee dan dat ik ze uit de vriezer haal.” En oliebollen zijn niet ongezond, benadrukt Oxana met een krantenartikel als bewijs in haar hand. De Universiteit van Wageningen heeft het vorig jaar onderzocht en warempel: het verzadigd vet in een oliebol is lager dan in een sneetje bruin brood met magere kaas. Gewoon eten dus, met mate, zoals alles.
Verleidelijk
Vijftien jaar op het plein werd onlangs een dag lang gevierd. Met familie en klanten, waaronder stadsdeelmedewerkers (die aan de overkant werken), marktkoopmensen en winkeliers uit de omgeving. “Het is zo verleidelijk, een oliebollenkraam naast je winkel,” vertelt Amanda van de Etos als ze even naar buiten rent voor wat bollen en een bestelling voor later op de dag. “De negen maanden dat ze er buiten het winterseizoen niet zijn, missen we ze ontzettend.” Die negen maanden besteden Marco en Oxana aan hun kermiszaken aan de kust van de Zwarte Zee in de Oekraïne, waar Marco (afkomstig uit een kermisfamilie) eind jaren negentig besloot de zomer zijn kermis te exploiteren. De oliebollen is de winterse business in eigen land. “Hier mis ik de rust van de Oekraïne; daar mis ik het Hollandse eten.” En dus blijven ze én hier én daar.
Eén hap
Oxana: “Het sociale is hier het leukst. We hebben zoveel vaste klanten. Van de meeste weet ik al precies wat ze gaan bestellen. Sommigen komen hier al van kleins af aan. Dat zijn dus inmiddels volwassen mensen!” De verwennerij is over en weer. Speciaal voor de vele Turkse en Marokkaanse klanten doen ze geen rum in de krentenbollen. En van de overburen op de markt krijgen ze af en toe kip tandori. Ook burito's en chocoladeletters zien ze wel eens als bedankje. Lachend: “We hoeven geen lunch van huis mee te nemen.” Al staat ie zes dagen per week in de kraam, geen bol eet ie uit eigen assortiment. Alleen één hap per dag van een oliebol en een krentenbol om te proeven of de verhoudingen goed zijn.” Oxana kan de flappen niet weerstaan. “Ja, toch wel elke dag één.” Grootmoeders recept doet het goed. Ook bij de klanten. Van zakjes van twee tot bestellingen van meer dan honderd flappen en/of bollen gaan er in die drie maanden over de toonbank op maandag tot en met zaterdag van tien tot zes.
Lange rijen
Vanaf oktober neemt de stroom klanten alleen maar toe met als hoogtepunt de laatste twee dagen van het jaar als de kraam ook langer open is. Lange rijen vullen dan het plein. Tot voor de kraam van overbuurman Jan Wortel. “Dan is het twee nachten doorbakken.” De dag erna geen zwart gat. Dan gaat de familie van Tol traditiegetrouw naar de Chinees. Twee weken later beginnen de voorbereidingen voor de Oekraïne. Dag Plein ’40-’45, tot over negen maanden!
Oliebollenkraam Van Tol staat op Plein '40-'45 bij de ingang van het winkelcentrum, kant Etos. Openingstijden: maandag tot en met zaterdag van 10 tot 18 uur. Op woensdag 30 december van 9 tot 18 uur. Op donderdag 31 december van 7.30 tot 17 uur. Een deel van de pachtopbrengst gaat naar het Reumafonds.