Eindelijk Hoop

Mr. Joan Cornelis van der Hoop, geboren 18 mei 1742 te Den Haag en overleden aldaar 13 maart 1825, was een jurist, advocaat-fiscaal en minister, die zowel ten tijde van de Republiek als onder koning Willem I belangrijke functies vervulde en zijn stempel gedrukt heeft op de Nederlandse marine. Hij is bovendien omschreven als een goed filosoof, maar een slecht politicus. Het eerbewijs voor Van der Hoop reikt niet verder dan een naar hem vernoemde straat in Amsterdam.

Joan Cornelis was de jongste zoon van Adriaan van der Hoop, secretaris van de Raad van State. Na zijn studie in Leiden, werd hij advocaat en maakte snel naam. In 1770 werd Joan secretaris bij de Sociëteit van Suriname, middels burgemeester Joachim Rendorp, die hem hielp aan die functie. Op 8 september 1771 trouwde hij de knappe Agnes Dedel en verhuisde van een kamer in de Leidsestraat naar een woning op de Leidsegracht. Haar vader Salomon Dedel was eigenaar van vier plantages in Suriname. In 1781 werd hij benoemd als directeur van de Sociëteit van Suriname. In totaal diende hij 25 jaar.

In 1781 werd hij advocaat-fiscaal bij de Admiraliteit van Amsterdam, toen de Republiek in oorlog was met Engeland. In 1785 raakte hij in conflict met het Admiraliteitsbestuur. Na 1787 liet Van der Hoop, teleurgesteld door een passieve houding van de stadhouder, zijn politieke ambities varen. Hij trok zich terug uit het openbare leven. Op 16 november 1813, een dag nadat de Fransen Amsterdam hadden ontruimd, formeerde Anton Reinhard Falck een voorlopig bestuur, met de bejaarde Van der Hoop aan het hoofd. Van der Hoop overhandigde op 2 december 1813 de sleutels van de stad aan koning Willem I.

Joan Cornelis was de vader van Adriaan van der Hoop, de bankier en kunstverzamelaar, die alle grote der aarde ontmoette. Hij schonk bij zijn dood 250 schilderijen, waaronder enkele zeer belangrijke, aan de stad Amsterdam.

Bron: Wikipedia, bewerking Jan Wiebenga.